Te diepe werkschepen toch in gebruik
Drie grote werkschepen die Rijkswaterstaat heeft laten maken en die te diep in het water bleken te liggen, worden toch in gebruik genomen. Dat meldt minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) aan de Tweede Kamer.
Het gaat om schepen die onder meer boeien moeten leggen en de vissersvloot moeten controleren. Door een verandering in het bouwproces liggen de schepen te diep in het water, waardoor ze niet inzetbaar zijn op ondiepere wateren als de Waddenzee en het IJsselmeer.
Oude schepen van Rijkswaterstaat gaan de taken verrichten op die wateren. De nieuwe werkschepen worden alsnog in de rijksvloot opgenomen, en zullen alleen worden ingezet voor de taken die ze in hun huidige staat kunnen uitvoeren. De minister wil op lange termijn kijken of het nodig is de schepen te verlengen, waardoor ze minder diep in het water liggen.
De bouw van de schepen, verricht door de Friese scheepswerf Bijlsma Wartena, kostte aanvankelijk 26,3 miljoen euro. Door aanpassingen tijdens het bouwproces liepen de kosten op met 1,4 miljoen euro.