De verfmaker wist zijn aangepaste operationele resultaat (ebit) tot 305 miljoen euro op te krikken. Dat betekent een stijging van 36 procent ten opzichte van een jaar geleden. Topman Thierry Vanlancker spreekt van een belangrijk kwartaal. „We hebben bewezen dat onze strategie werkt.”

AkzoNobel is al sinds vorig jaar bezig om zijn kosten omlaag te brengen met een doelstelling van 200 miljoen euro tot en met 2020. Dit kwartaal waren de kostenverlagingen goed voor 43 miljoen euro en die kwamen uit meerdere besparingsprogramma’s. Eind vorig jaar kondigde AkzoNobel kostenverlagingen aan binnen de commerciële tak, de onderzoeksdivisie en de onderdelen waar de productie en distributie van verf plaatsvindt.

De enige smet op de resultaten waren de opbrengsten die vlak bleven ten opzichte van een jaar eerder, op afgerond 2,5 miljard euro. Als wisselkoerseffecten niet worden meegeteld steeg de omzet met 1 procent in de meetperiode. De Nederlandse verfproducent kampte met een volatiele vraag in zijn afzetmarkten. Met name de verkopen in Europa en Azië waren „stormachtig”, legt de topman uit in een toelichting. Een van de redenen hiervoor zijn de uitdagende marktomstandigheden in de autosector.

Daarnaast lijdt AkzoNobel onder de handelsoorlog. Meerdere klanten verplaatsen hun productie van China naar Zuidoost-Azië en de Verenigde Staten. Ook leiden de handelsspanningen tot hogere prijzen voor meerdere grondstoffen waar AkzoNobel gebruik van maakt. Beide effecten zijn tijdelijk, oordeelt Vanlancker. Hij verwacht dat de grondstofprijzen in de tweede helft van dit jaar stabiliseren.