Spanningen met Zuid-Korea over het Japanse oorlogsverleden laaiden de afgelopen maanden op. De hoogste Zuid-Koreaanse rechtbank oordeelde vorig jaar namelijk dat een Japans bedrijf schadevergoedingen moet betalen voor het inzetten van Koreaanse dwangarbeiders tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Tokio voerde onlangs beperkingen in op de export naar Zuid-Korea van drie belangrijke materialen voor chipbedrijven en de technologiesector. Japan laat weten dat er niet snel onderhandelingen zullen komen, terwijl een deadline voor de invoering van zwaardere sancties binnenkort verstrijkt.

Als formele reden voor de exportbeperkingen zegt de Japanse regering dat de Zuid-Koreanen te weinig doen om illegale uitvoer van strategisch gevoelige materialen te voorkomen. Japanse media meldden onlangs dat een van die materialen via Zuid-Korea clandestien naar Noord-Korea is verscheept, wat door Seoul zeer hoog wordt opgenomen.

Tegelijkertijd wil Tokio dat een onafhankelijke partij opnieuw kijkt naar de gerechtelijke inbeslagname van bezittingen van het Japanse Mitsubishi Heavy Industries, die deel uitmaakt van de schaderegeling voor voormalige dwangarbeiders. Zuid-Korea krijgt van Japanners tot donderdag om die eis in te willigen.

Gesprekken om de spanningen weg te nemen, liepen vorige week uit op een mislukking. Beide landen bestreden vervolgens elkaars versie van het verloop van de onderhandelingen. President Moon Jae-in van Zuid-Korea stelt nu voor om samen met Japanners een internationale instantie opdracht te geven tot een internationaal onderzoek. Tokio ziet daar niets in, laat het Japanse ministerie van Economische Zaken weten.