Kerk & religie

„Positie GB niet wezenlijk veranderd”

De positie van de Gereformeerde Bond (GB) is in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) niet wezenlijk veranderd. Wel moeten we ons werk voorzetten in een heel andere, bredere context, aldus drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Bond, maandag in Doorn. „We zijn daarbij komen te leven onder een kerkorde die nog verder weg is van wat ons vanuit gereformeerd perspectief voor ogen stond. Maar de situatie van 1 mei 2004 is geen geheel nieuwe beginsituatie.”

Kerkredactie
17 August 2004 08:37Gewijzigd op 14 November 2020 01:31
DOORN – De Gereformeerde Bond houdt deze week haar jaarlijkse oriëntatie en studieweek voor theologiestudenten, in centrum Hydepark in Doorn. Zo’n dertig studenten woonden maandag de eerste dag bij. Gastechtpaar zijn dit keer ds. en mevrouw Hovius uit
DOORN – De Gereformeerde Bond houdt deze week haar jaarlijkse oriëntatie en studieweek voor theologiestudenten, in centrum Hydepark in Doorn. Zo’n dertig studenten woonden maandag de eerste dag bij. Gastechtpaar zijn dit keer ds. en mevrouw Hovius uit

Drs. Vergunst hield zijn referaat op de eerste dag van de oriëntatie- en studieweek voor theologiestudenten van de Gereformeerde Bond, die dit keer als thema heeft ”Het heilig avondmaal”. De algemeen secretaris sprak over ”De nieuwe beginsituatie van de Gereformeerde Bond in de nieuw gevormde kerk”. Behalve een bredere context, kenmerkend voor de PKN, betekende 1 mei 2004 volgens hem nog iets anders. „Duizenden kerkleden, die we broeders en zusters noemden en noemen, trekken niet meer samen met ons op. Zij gaan zondags een eigen kant op, beleggen eigen diensten, waarin veelal dezelfde prediking klinkt als we voorheen samen beluisterden.”

De nood van de kerk is het bestaansrecht van de Gereformeerde Bond, zei drs. Vergunst. Kort na de oprichting van de GB werd de principiële keuze gemaakt om blijvend te arbeiden binnen de kerk. De taak van de Bond was niet alleen de onderlinge toerusting van gereformeerde belijders, maar vooral de gerichtheid op het gezondmaken van héél de kerk. „Dat wilde men op geestelijke wijze doen: de prediking van het Woord als het medicijn bij uitstek.”

De scherpe afwijzing van de kerkorde van 1951 als volstrekt onaanvaardbaar leidde -anders dan bij de PKN-kerkorde- niet tot een verlaten van de kerk, aldus de algemeen secretaris. Toch was de kritiek op 1951 indertijd niet minder scherp. Een van de pijnpunten was artikel X van deze kerkorde, waar gesproken wordt over „in gemeenschap met” met het belijden, in plaats van het veel striktere „in overeenstemming met.” De invoering van de vrouw in het ambt was mede het gevolg van de kerkorde van 1951 - die de feitelijke wettiging van veel ingestroomde dwalingen is, zo schreef de toenmalige voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. G. Boer.

De kerkordecommissie van de GB schreef over artikel X: „In dit artikel worden de Drie Formulieren van Enigheid in hun kerkelijk gezag niet erkend. Wordt dit aanvaard, dan zijn we als kerk van karakter veranderd. In het Reglement van 1816 was er nog, zij het formeel, een beroep op de leer. Thans is de Schriftopvatting vrij.”

De situatie van 1 mei 2004 is geen geheel nieuwe beginsituatie, stelde Vergunst; maar er is wel een jarenlange ontwikkeling vastgelegd. Hij noemde het niet willen leven bij één waarheid, het geen plaats gunnen van het huwelijk in de grondleggende artikelen (wel in de ordinanties), de zegening van alternatieve relaties en de bediening van de doop aan hen voor wie en door wie hij wordt aangevraagd.

De GB wil blijven strijden voor de binding aan de belijdenis van de Reformatie, beklemtoonde hij. Volgens hem is dat mogelijk vanwege de verklaring bij de notitie ”Verbonden met het gereformeerd belijden”, in mei 2003 door het moderamen aan de kerkenraden gestuurd en officieel opgenomen in het verenigingsbesluit. Door ondertekening hiervan verklaren kerkenraden dat zij zich gebonden weten aan de gereformeerde belijdenis. „Het is om deze reden dat de vrijheid en identiteit van een gemeente ter plaatse steviger is verankerd en gewaarborgd dan nu in de Hervormde Kerk is geregeld.”

Diezelfde waarborg geldt, aldus Vergunst, voor de proponentsbelofte. Al is de confessionele grondslag nu verbreed met de lutherse belijdenisgeschriften, in de kerkorde van de PKN is de bepaling opgenomen dat waar het lutherse belijden met het gereformeerde conflicteert (zoals in de visie op de sacramenten), gemeenten zich gebonden mogen weten aan de gereformeerde belijdenis. De PKN kiest, evenals de kerkorde van 1951,voor het bredere woord gemeenschap, maar de kerk ontzegt het recht niet om zelf binnen die kerk te leven vanuit een strikte binding aan de gereformeerde belijdenisgeschriften. Vergunst: „Daarom is het proponenten in de toekomst -meer dan in de jaren voor 1951- op basis van wat zij beloven mogelijk voluit gereformeerd te belijden, te preken en te arbeiden.”

Gaat de Bond nog in gesprek met het Evangelisch Werkverband (EW)? vroeg een student. Ook dit verband (dat, aldus zijn website, „biddend wil zoeken naar en meewerken aan geestelijke vernieuwing binnen de PKN”) wil immers het geheel van de kerk dienen. Vergunst zei dat „we elkaar kunnen versterken en dienen; maar we hebben ieder onze eigen geschiedenis.” Vanaf de jaren zeventig is er invloed vanuit de evangelische beweging op de Bond, constateerde hij. Het is goed om van elkaar te leren zonder de eigenheid van je beweging op te geven.

Ook voor de studenten is het goed om de breedheid van de kerk te leren kennen als zij uitgaan om te prediken. GB-voorzitter ds. G. D. Kamphuis zei tijdens de vragenbeantwoording dat hij op dit punt een zwakte ziet binnen de beweging van de Gereformeerde Bond: als je in een bepaalde gemeente regelmatig voorgaat, word je soms in andere gemeenten niet meer gevraagd.

Moeten we, in de PKN, elkaar in de Gereformeerde Bond niet méér vasthouden, vroeg een ander - en elkaar niet langer uitsluiten van de kansel? Ds. Kamphuis zei dat de „circuits” de laatste veertig jaar veel sterker zijn geworden dan voorheen. „Een confessionele predikant kon vroeger op een GB-kansel komen en omgekeerd. Er is een eilandenstructuur ontstaan die we ons vanuit een luxe meenden te kunnen verloven. Ook het Gekrookte Riet kwam er als een eilandje bij. Op dit punt ligt ook een stuk schuld van de breuk die zich nu heeft voltrokken. Wij waren het oog op de kerk kwijt, wij maakten ons sterk voor onze eigen toko. We hebben onderling veel op te ruimen. Ik hoop dat er door de huidige crisis heen voor deze schuld oog komt en we gezamenlijk in de nieuwe kerk zullen staan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer