Onbekeerlijkheid
De Heere Jezus zag de stad Jeruzalem en weende over diens onbekeerlijkheid en zuchtte of zij nog heden bekennen wilde wat tot haar vrede zou dienen. Dan volgt onze tekst.Het is een droevige zaak wanneer zij die zich de Bruid van Christus noemen, verdronken liggen in hun zonden en wonden. Als iemand de vorstin van het land op de aarde zag liggen, van het hoofd tot de voetzool vol met wonden, zou het hem dan niet doen schrikken? Zo wij dan nu de kerk van Jezus Christus mismaakt zien tot een slavin van ongerechtigheid, moeten we dat niet met bloedige tranen bewenen?
Dit deed de profeet Daniël aan de wateren van Babel tot de aarde neerzinken van verslagenheid. Dit deed de Heere Jezus Christus pijn in Zijn hart en gaf een blijvende smart in Zijn ziel. Ja, dit gaf Hem tranen in de ogen, die van Zijn wangen rolden, omdat de Zijnen Hem niet wilden aannemen.
Hoe heeft het Lam van God geweend en gezucht als een tortelduif over Jeruzalem. Wij zullen aanstonds horen hoe de Leeuw uit de stam van Juda gebruld heeft tegen Ariël, de stad van God. Eerst als een wens; daarna als een klacht. De Zoon van God wenste dat wij ons zouden bekeren, maar moest tevens klagen over de moedwillige blindheid, begrepen in de woorden van onze tekst.
Casparus Carpentier, predikant te Amsterdam (Tranen vloed Jesu Christi over Jerusalems zonden, 1661)