Acht jaar cel voor fataal motorongeval A10
De 52-jarige Johnny O. moet acht jaar de cel in voor het veroorzaken van een dodelijk ongeval op de A10 bij Amsterdam. Hierbij kwamen op 23 december vorig jaar een 44-jarige motorrijder uit Wormerveer en zijn 34-jarige Amsterdamse passagiere om het leven. De rechtbank in Amsterdam legde O. ook een rijverbod op van vier jaar, dat ingaat zodra hij vrijkomt.
De gevangenisstraf komt overeen met de eis van het Openbaar Ministerie (OM). Het rijverbod valt lager uit. De officier van justitie had een rijverbod van tien jaar gevraagd.
De rechtbank acht het bewezen dat O. de motor, die hem kort daarvoor in een bocht had afgesneden, met opzet twee keer heeft aangereden en houdt hem verantwoordelijk voor doodslag. „Hij heeft zich bij zijn actie volledig laten leiden door zijn emoties, met de dood van twee mensen tot gevolg”, zei de voorzitter van de rechtbank. „U wist hoe kwetsbaar motorrijders zijn.”
Aan de aanrijding ging een verkeersruzie vooraf. O. ontkende eerder dat hij bewust op de motorfiets in heeft gestuurd. Hij gaf wel toe dat hij, nadat hij op de A8 was afgesneden door de motor en tegen de vangrail was aangereden, achter het voertuig aanging om het kenteken te achterhalen.
De rechtbank ging mee met verklaringen van getuigen, die vertelden dat O. vlak naast de motorfiets kwam rijden en bij een snelheid van rond de 110 kilometer per uur, in het schemerdonker en bij hevige regenval daarna abrupt op de motorrijder in stuurde. De eerste keer kon de bestuurder nog corrigeren, de tweede keer lukte dat niet meer.
Ook hoorden getuigen de dochter van O., die naast hem zat, vlak na het ongeval op de vluchtstrook tegen haar vader roepen: „Pa, ben je gek geworden? Je deed het expres!”
Volgens zijn raadsman moet het onbewust in de hectiek zijn gebeurd, die ontstond toen O. naast de motor reed en zijn dochter door het open raam naar de motorrijder liet schreeuwen dat hij moest stoppen. De motorrijder maakte daarop trappende bewegingen naar de auto.
De advocaat van O. liet na afloop weten in hoger beroep te gaan.