Ook acht de rechtbank H. schuldig aan zwaar lichamelijk letsel dat een agent tijdens de brand opliep. De agent probeerde bewoners voor de brand te waarschuwen, maar raakte zelf in levensgevaar en moest van grote hoogte uit het gebouw naar beneden springen. Hij verbrijzelde daarbij beide voeten en zal nooit meer helemaal herstellen.

Het Openbaar Ministerie eiste twee weken geleden twintig jaar gevangenisstraf.

H. zegt zich van de gebeurtenissen niets te kunnen herinneren. De rechtbank gelooft dit echter niet en ziet dit als een houding van H. „die met name voor de kinderen zeer pijnlijk moet zijn”. H. en zijn echtgenote waren bijna vijftig jaar samen en hadden elf kinderen, waarvan enkelen de uitspraak huilend bijwoonden.

Zij vroegen ieder 17.500 euro schadevergoeding, maar de rechtbank wees die vorderingen af - mede omdat ze gebaseerd zijn op wetgeving die pas sinds 1 januari dit jaar is ingevoerd en de feiten voor die datum zijn gepleegd. Aan de woningbouwvereniging moet H. ruim 95.000 euro betalen, aan de agent 13.500 euro.

De advocaat van H. had de rechtbank gevraagd bij de strafoplegging rekening te houden met de leeftijd van zijn cliënt, maar daarvoor vond de rechtbank de feiten te ernstig.