Marokkanen waren met 6000 personen in 2003 de grootste groep onder de nieuwe Nederlanders. Dat aantal lag fors lager in vergelijking met het recente verleden. In 2000, 2001 en 2002 lag het aantal Marokkanen dat de Nederlandse nationaliteit kreeg bijna twee keer zo hoog.

Onder Turken is de daling van het aantal naturalisaties het hoogst. In 2003 kregen 3000 Turken een Nederlands paspoort. In 1997 waren dat er nog zes keer zo veel.

Vorig jaar werden ook 800 Irakezen, 900 Surinamers en 500 (voormalig) Joegoslaven genaturaliseerd. Hier is de afname ook duidelijk zichtbaar. In 1998 verruilden nog 2700 Irakezen, 2900 Surinamers en 6600 (voormalige) Joegoslaven hun oude paspoort voor een Nederlands exemplaar.

In de tweede helft van de jaren tachtig kregen jaarlijks maximaal 15.000 mensen de Nederlandse nationaliteit door naturalisatie. Daarna nam het aantal naturalisaties snel toe. In 1996 kregen bijna 80.000 personen via deze weg de Nederlandse nationaliteit, het hoogste aantal tot nu toe.

Tussen 1 januari 1992 en 1 oktober 1997 konden niet-Nederlanders bij naturalisatie tot Nederlander kiezen voor het behoud van de oorspronkelijke nationaliteit, wat het aantal naturalisaties volgens het CBS verhoogde. Sinds 1 oktober 1997 mogen personen, op een enkele uitzondering na, slechts één nationaliteit hebben.