Zorgen over klimaatkosten huishoudens
Er bestaan toenemende zorgen over de kosten van het klimaatakkoord voor huishoudens. Zowel in de Tweede Kamer als vanuit het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) klinkt de roep om duidelijkheid.
De steun van de PvdA voor het klimaatakkoord is geen zekerheid, gaf partijleider Lodewijk Asscher woensdag aan in een debat over het pakket aan klimaatmaatregelen. Hij maakt zich grote zorgen over mensen die in slecht geïsoleerde huurwoningen zitten. Zij hebben weinig mogelijkheden om energie te besparen, tenzij de huisbaas maatregelen treft. Asscher is bang dat deze huurders opgezadeld worden met een fors hogere energierekening.
Om de steun van de PvdA te krijgen, zal de coalitie „duidelijke garanties” moeten geven dat deze groep huurders gecompenseerd wordt. Het kabinet heeft steun nodig vanuit de oppositie om in de Eerste Kamer een meerderheid te halen voor de plannen.
Hogere kosten
Het EIB concludeerde woensdag dat het klimaatakkoord huishoudens met meer kosten opzadelt dan waar het kabinet vanuit gaat. In de berekening werd in het bijzonder gekeken naar de ontwikkeling van de energierekening, de kosten van elektrische rijden en de uitwerking van het gasbeleid van de Nederlandse overheid. Daar zitten volgens het instituut tal van onzekerheden en te positieve aannames in, waardoor de rekening voor huishoudens hoger kan uitvallen. Al met al is een realistischere kijk op de kosten van het klimaatakkoord gewenst, stelt het instituut.
Een ander punt waar oppositiepartijen graag wat extra willen zien, is de CO2-heffing voor bedrijven. GroenLinksvoorman Jesse Klaver vind dat de rekening voor het klimaatbeleid niet eerlijk is verdeeld tussen bedrijven en burgers. Hij pleit voor een zogenoemde platte heffing, waarin over elke ton uitgestoten CO2 belasting wordt geheven.
In het klimaatakkoord is opgenomen dat bedrijven over het zogenoemde vermijdbare deel van de uitstoot een heffing gaan betalen. De coalitie wil niet aan een hogere heffing, omdat zij vreest voor het vertrek van bedrijven naar het buitenland als gevolg van een te hoge boete op uitstoot.