Gökmen T. toont geen respect voor rechtbank
Verdachte Gökmen T. toonde op de eerste inleidende zitting geen respect voor de rechtbank in Utrecht. De 37-jarige Utrechter zat vanwege „hoogopgelopen emoties” voorafgaand aan de zitting, met zijn handen aan zijn buik geboeid in de propvolle zaal. Hij stond niet op toen de drie rechters binnenkwamen, onderbrak de voorzitter soms, stelde hem tegenvragen en sprak hem aan met je en jou. „Jullie zijn niet meer waard dan een kogel”, zei hij aan het eind van de zitting tegen de rechtbank, toen de parketpolitie hem afvoerde.
T. beriep zich bij inhoudelijke vragen op zijn zwijgrecht en gaf daarmee geen inzicht in het motief van de schietpartij. Wel heeft hij twee keer bekend, bij de rechter-commissaris. Bijstand van een advocaat bleef hij weigeren, ook toen de rechter nadrukkelijk op de gevolgen wees. T. hield enkele nagenoeg onnavolgbare betogen over moslims die in de verdrukking komen en worden gedood „door jullie” . „Als ik duizend levens zou hebben, zou ik ze aan Allah geven”, zei hij. T. wil dat niet met zijn geloof wordt gespot. Ook sprak hij de rechter korzelig toe dat zijn beweringen „geen mening” zijn, „maar dat het de waarheid is”.
Om toch achter de beweegredenen van T. te komen, is het onderzoek naar de aanslag op het 24 Oktoberplein in Utrecht nog in volle gang. Er werken vijftig mensen aan en er volgen nog verschillende onderzoeken. Van het schieten in de tram zijn beelden gemaakt, maar die zijn volgens het Openbaar Ministerie te indringend om te tonen tijdens een openbare terechtzitting. Daarom wordt er een virtuele reconstructie gemaakt van de gangen van T.
Zo blijkt dat T. één slachtoffer doodde in de tram, een 19-jarige vrouw, en daarna buiten op de vluchtende passagiers en omstanders schoot. Ook vanuit de auto waarmee hij wegreed, waarvan de bestuurder in paniek was weggerend, schoot hij nog op willekeurige mensen. De aanklaagster benadrukte de grote impact die de gebeurtenissen hadden op alle betrokkenen, die soms voor hun leven moesten rennen, en voor hele families, de hulpverleners en alle inwoners van Utrecht die op 18 maart het advies kregen binnen te blijven.