Boer voelt zich steeds minder gewenst in Nederland
Zijn boeren niet meer gewenst in Nederland? Voorlieden Linda Janssen en Harm Wiegersma trekken aan de noodrem.
Hoi, weer een boer minder! Linda Janssen, voorzitter van de organisatie van varkenshouders POV, ergert zich aan het „gejuich vanuit de samenleving” zodra bekend wordt dat een groep boeren stopt met hun bedrijf.
Meest recente voorbeeld is de „stroom berichten” over de 60 miljoen euro extra aan middelen die het kabinet wil uittrekken voor de herstructurering van de varkenshouderij. Het is een van de maatregelen uit het uitgewerkte klimaatakkoord, die deze week al vóór de presentatie daarvan uitlekten.
Janssen: „In de media is dat opgepakt met de insteek dat de varkensstapel eindelijk gaat krimpen. Boeren ervaren dat als een trap na. Wij hebben met de overheid afspraken gemaakt over verdere verduurzaming van de varkenshouderij. Sanering gaat daarbij hand in hand met innovatie. In dat laatste steekt de sector zelf 40 miljoen euro.”
Volgens de POV-voorzitter verhardt de houding van de Nederlandse samenleving tegenover boeren: „Plattelandsbewoners worden op alle fronten onder het vergrootglas gelegd.”
Janssen legt een relatie met het feit dat steeds meer mensen in de stad wonen. Ze verwijst naar cijfers van de wereldvoedselorganisatie FAO waaruit blijkt dat in 1990 nog 4,7 miljoen Nederlanders op het platteland woonden en werkten. Tegenwoordig zijn dat er nog maar 1,4 miljoen. De stedelijke gebieden breiden zich juist in hoog tempo uit. In 1990 woonden 10,2 miljoen Nederlanders in de stad, vandaag 15,5 miljoen.
Volgens Janssen realiseren mensen zich niet hoe hard boeren worden geraakt door signalen „dat zij niet gewenst zijn in ons land.” Boeren zouden Nederland onleefbaar maken, zo is de teneur, maar niets is minder waar, vindt Janssen. „Varkenshouders hebben de afgelopen jaren forse stappen gezet om de emissies van ammoniak, broeikasgassen en geur terug te dringen. Nu pakken we samen met de overheid opnieuw de handschoen op om overlastsituaties aan te pakken.”
Boeren willen gewaardeerd worden. Janssen: „Juichen bij iedere varkenshouder die zijn bedrijf beëindigt, dat is niet zoals wij in Nederland met elkaar zouden moeten omgaan.”
Ook voorzitter Harm Wiegersma van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) is er „klaar mee” dat de agrarische sector steeds de zwarte piet krijgt toegespeeld. Hij verwijst naar „paniekvoetbal” over de stikstofproblematiek, nu de Raad van State het Programma Aanpak Stikstof onderuit heeft gehaald. Volgens Wiegersma wordt vooral de melkveehouderij aangewezen als vervuiler en een bedreiging voor kwetsbare natuur. Onterecht, vindt hij: terwijl het auto- en het vliegverkeer de laatste decennia fors zijn gegroeid, is het aantal koeien in Nederland sterk verminderd. Ook wordt in (berekende) emissiecijfers geen rekening gehouden met bepaalde maatregelen die boeren nemen om de uitstoot van ammoniak te verminderen.
De NVM vindt dat beleid op metingen moet worden gebaseerd in plaats van op modellen. Stikstofuitstoot wordt „gemakkelijk” en „zonder onderbouwing” aan de landbouw toegeschreven, waarna steeds weer de discussie oplaait om de veestapel in te krimpen. „Ontoelaatbaar en onterecht”, vindt Wiegersma.