Positieve handelsdag op Europese beurzen
De Europese aandelenbeurzen zijn vrijdag op de laatste handelsdag van een goed verlopen eerste helft van dit jaar met winst gesloten. Beleggers keken uit naar de ontmoeting tussen de Amerikaanse president Donald Trump en zijn Chinese collega Xi Jinping tijdens de G20-top in Japan. Trump en Xi spreken elkaar zaterdag in Osaka over het Amerikaans-Chinese handelsconflict, dat de beurzen al lang in de greep houdt.
De AEX-index op Beursplein 5 eindigde 0,8 procent hoger op 561,76 punten. De Amsterdamse hoofdindex sloot 2018 af op een stand van 487,88 punten. De MidKap won 1,4 procent tot 795,72 punten. Parijs en Frankfurt stegen tot 1 procent, Londen deed het rustiger aan met een plus van 0,3 procent.
Grootste stijger in de AEX was vastgoedbedrijf Unibail-Rodamco-Westfield met een plus van 3,5 procent, gevolgd door chipmachinefabrikant ASML met een winst van 2,3 procent. Hekkensluiter was telecomconcern KPN met een min van 0,9 procent. ArcelorMittal leverde 0,1 procent in. Volgens het staalconcern is het onmogelijk om Europa’s grootste staalfabriek in het Zuid-Italiaanse Tarente na 6 september in bedrijf te houden vanwege een besluit van de Italiaanse regering voor strengere milieuregels.
Deutsche Bank dikte 3,3 procent aan in Frankfurt. De Amerikaanse tak van de Duitse bank is geslaagd voor de stresstest van de Federal Reserve. De afgelopen drie jaar slaagde het onderdeel niet voor het belangrijke examen. Ook zou Deutsche Bank 20.000 banen willen schrappen.
De Duitse maker van sportartikelen Adidas won 2,2 procent, na de resultaten van zijn Amerikaanse concurrent Nike. Traton kreeg een beursnotering in Frankfurt en Stockholm. Het aandeel van de vrachtwagen- en bussendivisie van Volkswagen, met de merken MAN en Scania, ging 2,7 procent lager de handel uit.
In Londen won Merlin Entertainment bijna 14 procent. De eigenaar van de wassenbeeldenmusea Madame Tussauds en Legoland wordt overgenomen door het investeringsbedrijf van de familie van Lego-oprichter Ole Kirk Christiansen en investeringsmaatschappij Blackstone.
De euro noteerde 1,1377 dollar, tegen 1,1373 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 0,1 procent tot 59,37 dollar. Brentolie steeg 0,3 procent tot 66,72 dollar per vat.