Paleis vertelt verhaal unieke vloerkaarten
Koning Willem-Alexander opent vrijdag de zomerexpositie rondom drie unieke vloerkaarten in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam. ‘Het Universum van Amsterdam. Schatten uit de Gouden Eeuw van de cartografie’ vertelt onder meer het verhaal over deze gigantische kaarten - de grootste ter wereld - die in de vloer prijken van de Burgerzaal.
De drie ronde mozaïeken hebben elk een diameter van 624 centimeter. Ze tonen het oostelijk en westelijk halfrond van de wereld en de sterrenhemel. De kaarten waren een belangrijk onderdeel van het ontwerp van het stadhuis door architect Jacob van Campen. Volgens conservator Alice Taatgen was het idee erachter dat Amsterdam het centrum was van het universum. „Amsterdam was toen - net als nu - niet echt bescheiden.”
De oorspronkelijke kaarten uit de 17e eeuw, vermoedelijk gemaakt met behulp van de beroemde cartograaf Jan Blaeu, raakten aangetast omdat mensen er overheen liepen. Alleen de sterrenhemel is nog origineel. De wereldkaarten zijn een eeuw later vervangen, maar pas in 1953 teruggelegd op hun plek. Al de tijd lagen ze om onbekende redenen opgeslagen onder vloeren op een bovenverdieping van het paleis, zegt Taatgen.
Via een projectie is te zien hoe de sterrenhemel in de vloer er ooit uit zag. Op de wereldkaarten is een selectie van grote en kleine plekken op aarde geprojecteerd, die in kaart werden gebracht door westerse ontdekkingsreizigers. Volgens de conservator bleven ook de nieuwe kaarten een momentopname. „Antarctica staat er bijvoorbeeld nog niet op.”
De tentoonstelling laat verder de bloeiende cartografie zien in de hoofdstad. Zo is er een bijzondere bruikleen uit Berlijn, een van de allergrootste boeken ter wereld: de Atlas van de Grote Keurvorst van Brandenburg (rond 1665). Deze reuzenatlas weegt 125 kilo en is geopend 170 bij 220 centimeter. Vermoedelijk is ook dit boek gemaakt door Blaeu.
De tentoonstelling is vanaf zaterdag te zien voor het publiek en duurt tot en met 22 september.