Palestijnse verkiezingen zijn vooralsnog onzeker
De Palestijnen hebben plannen voor nieuwe verkiezingen. De gemeenteraadsverkiezingen zullen in oktober of november moeten worden gehouden. In januari of februari kiezen de Palestijnen een nieuw parlement en een nieuwe leider. Maar het is nog onzeker of de verkiezingen door zullen gaan.
Onder de huidige omstandigheden is de gang naar de stembus onmogelijk, zeggen Palestijnse bronnen. De aanwezigheid van Israëlische troepen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook, die gepaard gaat met afsluitingen, wegversperringen en liquidaties van terreurleiders, vormt een belemmering voor de verkiezingen.
Palestijnse waarnemers sluiten niet uit dat de Palestijnen Yasser Arafat zullen herkiezen als leider van de Palestijnse Autoriteit. De president, zoals zij hem noemen, is er weliswaar niet in geslaagd de Palestijnen een staat of een goede levensstandaard te bezorgen, maar hij is wel een symbool van de Palestijnse strijd. Vooral als bij de verkiezingen zou blijken dat de Israëliërs liever een ander als leider willen, zullen de Palestijnen voor Arafat kiezen.
„Bij de verkiezingen zullen de Palestijnen wraak willen nemen op Israël”, zegt een Palestijnse journalist die niet bij name genoemd wil worden. „Als Israël iemand anders in de plaats van Arafat wil, zullen de mensen zeggen: Dan gaan wij op Arafat stemmen. Arafat een symbool, ondanks alle verhalen over corruptie. Zodra Israël probeert hem te treffen, verandert het hele denken over hem.”
Het is onduidelijk hoe de verkiezingen kunnen plaatsvinden te midden van chaos. Het gezag van de Palestijnse Autoriteit en de daaraan verbonden Palestijnse politiekorpsen is zoek. Israël is daar de schuld van, menen veel Palestijnen. Israël verbod het vanaf Operatie Verdedigingsmuur in maart 2002 de Palestijnse politieagenten op de Westelijke Jordaanoever met wapens rond te lopen omdat deze tegen de Israëlische soldaten gebruikt konden worden. Het doel van de operatie was bommenfabrieken en terroristen op te sporen die onder de Palestijnse Autoriteit ongestoord konden opereren.
„Kun je zonder politie een rechtsorde hebben?” vraagt Hanna Siniora, hoofdredacteur van het Palestijnse weekblad The Jerusalem Times, zich af. „Zaterdag willen de Israëliërs de politie nog niet eens pistolen geven. Hoe kun je van iemand verlangen zijn leven te riskeren als hij niet eens een pistool mag dragen? Het ligt allemaal aan de beslissingen die de Israëliërs nemen met betrekking tot het laten functioneren van de Palestijnen.”
Volgens Palestijnse kringen wordt het machtsvacuüm nu opgevuld door gewapende Palestijnen in een bepaald gebied die niet tot de politiekorpsen behoren. Het zou vrij eenvoudig zijn de wapens te kopen. Elke stad en elk dorp functioneert op zichzelf, zonder een effectief overkoepelend bestuur van de Palestijnse Autoriteit.
Niet alle Palestijnen leggen de schuld uitsluitend bij Israël. Deze week publiceerde de krant Ha’aretz een rapport van een Palestijns wetgevend comité dat de oorzaak van de chaos bij Yasser Arafat ligt. De Palestijnse veiligheidskorpsen die voor de rechtsorde zouden moeten zorgen, ontvangen geen duidelijke instructies en hun rol is niet duidelijk afgebakend, aldus de opstellers, die bestaan uit zowel aanhangers als tegenstanders van Arafat.
Het rapport roept onder meer op tot het stoppen met het afschieten van Qassam-raketten vanuit de Gazastrook op Israël. Deze tactiek heeft tot scherpe Israëlische vergeldingsmaatregelen in de Gazastrook geleid. Degenen die de raketten afvuren vertegenwoordigen volk noch natie, aldus het rapport. „Ze doen het zonder na te denken over het algemeen belang en de publieke opinie in de wereld en in Israël. Er bestaat geen visie of doel met betrekking tot de raketten”, getuigde de Palestijnse minister van Binnenlandse Zaken, Hakam Balawi, in het rapport.
Scherp in zijn kritiek is ook Rashid Abu Shbak, hoofd van de strijdkrachten in Gaza. Hoewel volgens hem de Israëlische bezetting er de oorzaak van is dat de veiligheid is afgenomen, gaat ook de Palestijnse Autoriteit niet vrijuit. De meeste veiligheidsdiensten oefenen geen gezag uit over eigen mensen en elke organisatie handelt naar eigen goeddunken. Hij waarschuwt dat de Israëliërs straks zullen zeggen dat er geen sprake is van een Palestijnse partner en dat de internationale gemeenschap zal concluderen dat de Palestijnen geen staat verdienen.
Palestijnse bronnen zeggen ook dat steeds meer Palestijnen willen stoppen met wat zij noemen „gewapende strijd.” De golf van aanslagen op Israëliërs die in het najaar van 2000 begon, heeft de Palestijnen weinig opgeleverd. Het enige waartoe de strijd mogelijk leidde was het voornemen van de regering-Sharon de Israëlische soldaten en burgers terug te trekken uit de Gazastrook. Op de Westoever zeggen steeds meer Palestijnen dat de strijd voor een eigen staat op een andere manier moet worden gevoerd.
„Veel mensen zeggen dat een niet-gewelddadige confrontatie tot betere resultaten kan leiden”, zegt hoofdredacteur Siniora van The Jerusalem Times. Maar of deze opinie ook tot veranderingen in de praktijk zal leiden, ligt volgens hem aan Israël. „Het Israëlische leger en de kolonisten provoceren veel. Als daar een eind aan komt, kunnen we denk ik voortgang maken naar niet- gewelddadig verzet.”
De Palestijnen ergeren zich aan het schieten van de Israëliërs, het uit de weg ruimen van terreurleiders en het gebrek aan bewegingsvrijheid door de afsluitingen en de uitgaansverboden. Ook het afvuren van de Qassam-raketten uit de Gazastrook op Israël zou een Palestijns reactie zijn op acties van het leger in de Gazastrook. De Israëlische lezing is dat de acties van het leger nodig zijn om een einde te maken aan de beschietingen met Qassam-raketten. De anonieme Palestijnse journalist zegt: „Het is een vicieuze cirkel. Beide partijen zeggen: Als jij schiet, dan schiet ik terug.”