Ieder mens buiten Christus is een slaaf van de zonden. Christus zegt immers: Ieder mens die de zonde doet, is een dienstknecht van de zonde, belovende hem vrijheid, maar ze zijn dienstknechten der verdorvenheid. Elk mens is vanuit de natuur een slaaf van zijn lusten. God heeft de mens een heer gemaakt over alle schepselen, maar de mens heeft zichzelf een dienstknecht gemaakt van alle creaturen.De mens is niet alleen een slaaf van de zonden, maar ook van de duivel. Hij is ook onder de dienstbaarheid van de wet, dat wil zeggen: hij gehoorzaamt de wet niet. Dit is de grote ellende van de mens zonder Christus. Zonder Christus bent u een arm mens, want alle schatten van genade en barmhartigheid zijn verborgen en opgesloten in Christus als in een schatkamer.

U zult zeggen: Dat is een arm mens, als hij geen kleren heeft. Ieder mens zonder Christus is echter niet alleen arm, maar ook naakt. Hij ligt onder de toorn en de wraak van de almachtige God. Alleen zij hebben een kleed om hun zondige naaktheid te bedekken die bekleed zijn met het kleed van Christus’ rechtvaardigheid. Genade is alleen de ware rijkdom. Alle duurzame rijkdommen zijn opgehoopt in Christus.

Christopher Love, predikant te Londen (Een waar verhaal van ’s mensen staat, 1655)