Zeven en vier jaar celstraf voor afpersers IKEA
Twee Polen zijn door de rechtbank in Amsterdam tot zeven en vier jaar gevangenisstraf veroordeeld. De rechtbank acht bewezen dat de 25–jarige J.S. in december 2002 twee bommen heeft geplaatst bij de IKEA–vestigingen in Amsterdam en Sliedrecht en heeft geprobeerd het Zweedse meubelconcern af te persen. Hij kreeg zeven jaar. De 57–jarige W.S. kreeg vier jaar gevangenisstraf wegens medeplichtigheid.
Het Openbaar Ministerie had acht jaar celstraf tegen beide verdachten geëist. De twee hebben steeds ontkend achter de afpersingszaak te zitten. Dit was het werk van twee Russen, aldus de Polen, die zij slechts hielpen door hen van Duitsland naar Nederland te rijden. J.S. keek ook nog voor hen waar de beveiligingscamera’s hingen bij IKEA. Politie en justitie hebben geen enkel spoor kunnen vinden van de Russen.
De rechtbank meende dat niet is uit te sluiten dat er meer personen betrokken zijn geweest bij deze zaak, maar er is geen bewijs gevonden voor de door verdachten geschetste rol van de Russen.
De twee bommen waren een etmaal voordat de afpersingsbrief bij IKEA binnenkwam, in de filialen geplaatst. „Gezien de zeer instabiele constructie van de bommen was het zeer wel mogelijk geweest dat deze eerder waren afgegaan. De schade was dan niet te overzien geweest", voerde de rechtbank aan. Op een politiebureau in Sliedrecht explodeerde een bom gedeeltelijk bij de ontmanteling ervan. Hierdoor raakten twee medewerkers van de Explosieve Opruimingsdienst (EOD) gewond.
De rechtbank is van mening dat gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving door dit soort feiten wordt aangewakkerd. Ook is niet uit te vlakken de angst en onzekerheid die medewerkers van IKEA moeten hebben gevoeld toen de derde en volgens de dreigbrief zwaarste bom niet werd gevonden. Het meubelconcern is twee dagen gesloten geweest in een drukke decembermaand.
De rechtbank rekent het de de jongste Pool zeer zwaar aan dat hij „slechts heeft gehandeld vanuit winstbejag. Uit niets blijkt dat hij zich heeft bekommerd om het onaanvaardbare risico dat mede door zijn toedoen is ontstaan".