VS beginnen groot offensief in Najaf
De Amerikaanse strijdkrachten in Irak zijn donderdagmorgen een grote aanval begonnen op de gewapende militie van de opstandige sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr. Het offensief, waarbij de Amerikanen hulp krijgen van Iraakse veiligheidstroepen, concentreert zich op de voor sjiieten heilige stad Najaf, waar het Mahdi-leger van Al-Sadr al een week lang slag levert.
Op beelden van de Amerikaanse nieuwszender CNN was te zien hoe Amerikaanse helikopters boven de 600.000 inwoners tellende stad cirkelden. Op verscheidene plaatsen waren grote donkere rookwolken te zien. Uit de stad al-Kut, een van de zes andere plaatsen waar Al-Sadr-getrouwen zich verzetten, kwamen berichten over een Amerikaans bombardement waarbij zeker 75 mensen zouden zijn omgekomen.
In totaal zijn de afgelopen 24 uur in de sjiitische gebieden in Irak zeker 154 Irakezen om het leven gekomen en meer dan 550 gewond geraakt. In de zuidelijke stad Basra en in de hoofdstad Bagdad gingen donderdag duizenden mensen de straat op om te protesteren tegen het offensief in Najaf. De demonstranten keerden zich niet alleen tegen de Verenigde Staten, maar ook tegen premier Allawi, die zij een „ongelovige” en een „vijand van Allah” noemden.
De Amerikanen kondigden gisteren al aan dat een „finaal” offensief tegen de militante sjiieten ophanden was. Een zegsman van het Mahdi-leger kondigde op zijn beurt aan dat oliepijpleidingen in Zuid-Irak opgeblazen zullen worden als de Amerikanen het offensief in Najaf zouden inzetten. Donderdagmorgen voegde een zegsman daaraan toe dat de militie zich niet zal overgeven.
De Amerikaanse opmars in Najaf werd ingeleid door oproepen aan de bevolking om delen van de stad te verlaten. Duizenden burgers zouden daaraan donderdagmorgen gehoor hebben gegeven. De militieleden hebben zich vooral verschanst in en rond de grote islamitische begraafplaats en naar verluidt ook in de Imam Ali-moskee, een van de heiligste plaatsen van de sjiitische islam.
De provinciale gouverneur zei donderdagmorgen dat hij niet wil dat Amerikaanse militairen het terrein van de moskee betreden, meldde de Arabische nieuwszender Al-Jazeera. Ook het kantoor van interim-premier Allawi verklaarde dat de coalitietroepen de voor sjiieten heilige plek niet mogen „schenden.” De Amerikanen zeiden aanvankelijk toestemming te hebben voor een actie in de moskee, maar later verzekerde een Amerikaanse legerwoordvoerder dat het gebedshuis niet zal worden betreden. Volgens het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken zullen dat zo nodig alleen Iraakse eenheden doen.
De Imam Ali-moskee, met twee minaretten en een enorme gouden koepel, huisvest de graftombe van imam Ali Ibn Abi Talib, een neef en schoonzoon van de profeet Mohammed. Hij was de eerste imam van de sjiieten. Imam Ali werd in 661 vermoord in de nabijgelegen, eveneens voor sjiieten heilige stad Kufa. Rondom zijn graftombe is Najaf gebouwd.
Volgens ooggetuigen sloten Amerikaanse en Iraakse eenheden donderdagmorgen alle wegen af die toegang bieden tot het terrein waarop de moskee staat. De plaatsvervangend gouverneur van Najaf, Jawdat Kadam Najem al-Kuraishi, trad donderdagmorgen af. Hij zei dat te doen uit protest tegen „alle Amerikaanse terroristische operaties tegen deze heilige stad.”
Een verslaggever van CNN die optrekt met Amerikaanse mariniers in Najaf, meldde dat de Amerikanen in de stad worden bestookt met geweervuur en raketten die vanaf de schouder worden afgevuurd.
Al-Sadr heeft zijn aanhang opgeroepen door te gaan met het verzet, ook als hij wordt gedood of gevangengenomen. In een interview dat donderdagmorgen op de Japanse televisie werd uitgezonden, zei Al-Sadr dat mogelijk ook de Japanse troepen een aanval van zijn milities kunnen verwachten.