Erdogan verdeelt Turkse natie tot op het bot
De gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen 31 maart illustreerden nog weer eens hoe diep gepolariseerd de Turkse natie is geraakt.
Terwijl de ene helft van Turkije president Erdogan als een soort verlosser beziet die onmogelijk iets fout kan doen, beschouwt de andere helft van de Turken hem zo ongeveer als de belichaming van het kwaad.
Erdogans AKP-partij was een monsterverbond aangegaan met de ultranationalistische MHP-partij die binnenboord moest worden gehouden. Erdogan bespeelde daarom zowel de religieuze sentimenten van zijn eigen aanhang, alsmede de nationalistische gevoelens van de MHP-achterban. Nationalistische Turken zijn ervan overtuigd dat hen na de Eerste Wereldoorlog groot onrecht werd aangedaan, toen het Osmaanse rijk werd gedecimeerd tot de huidige Turkse republiek. Iets waar Erdogan trouwens ook voortdurend op hamert. Als erfgenaam van het Osmaanse rijk komt het volgens hem Turkije toe de islamitische wereld te leiden.
Deze overtuiging werkt in toenemende mate door in de Turkse diplomatie. Dat doet veel wenkbrauwen in Arabische hoofdsteden fronsen. President Erdogan heeft zich de afgelopen periode gepresenteerd als degene die de al-Aqsa moskee in Jeruzalem zal beschermen. Daarbij liet hij doorschemeren dat dit wellicht met geweld gepaard zou kunnen gaan. Het is echter de Jordaanse vorst Abdullah die op basis van overeenkomsten met Israël verantwoordelijk is voor islamitische heiligdommen in Jeruzalem.
Geloofwaardigheid
President Erdogan spreekt ook voortdurend over het lijden van de islamitische Oejgoeren in China en de Rohinyamoslims in Myanmar. Dat viel bepaald niet in goede aarde bij andere islamitische leiders die om politieke redenen over deze gevoelige materie zwegen. Erdogan exploiteert echter zonder enige schaamte deze religieuze kwesties voor zijn eigen politieke agenda, die deels van binnenlandse aard is.
Hij moet immers zijn eigen electoraat overtuigen van zijn islamitische geloofwaardigheid, iets wat hij in toenemende mate ook in Europa doet. Hier woont immers een grote Turkse diaspora die hij via het Diyanet (Turks Directoraat voor Religieuze Zaken) probeert te beïnvloeden.
De DITIB is de Duitse tak van de Diyanet en is in Duitsland verantwoordelijk voor ruim 900 moskeeën. Hans Georg Maassen, de voormalige chef is van de binnenlandse veiligheidsdienst in Duitsland, deed onlangs in een interview enkele schokkende uitspraken over deze DITIB.
De president van de DITIB werd door president Erdogan benoemd met de bedoeling deze organisatie onder directe controle van Ankara te brengen. In 2017 was al gebleken dat veel Turkse imams van de DITIB in Duitsland tevens werkten voor de Turkse veiligheidsdienst (MIT). Ze gebruikten hun vrijdagse preken in Duitse moskeeën om propaganda te maken voor president Erdogan. Maassen noemde hen daarom spionnen „die in Duitsland informatie vergaren die vervolgens naar de Turkse autoriteiten wordt gestuurd. De ideologie van de DITIB staat bovendien haaks op onze democratische normen.” Dat zou volgens Maassen reden moeten zijn deze organisatie nauwlettend in de gaten te houden.
Duitsland vormt geen uitzondering. Ankara financiert wereldwijd duizenden moskeeën die een spilfunctie vervullen bij Erdogans religieuze en politieke ambities. Erdogan streeft ernaar van zijn nationalistische versie van de islam dé dominante macht in de soennitische wereld te maken.