Verdachte: bekentenis in cold case verzonnen
De 49-jarige Ad K., die wordt verdacht van de moord dan wel doodslag op de in 2002 verdwenen Patrick van Dillenburg, zegt dat hij zijn eerder afgelegde bekentenis heeft verzonnen. Het is een ‘broodjeaapverhaal’, hield hij de rechtbank in Amsterdam donderdag voor tijdens een inleidende zitting in zijn strafzaak. K., verslaafd aan harddrugs, zegt dat hij is gezwicht voor onder meer financiële beloften van undercoveragenten.
"Ik heb Patrick niet vermoord, ik heb niets te maken met zijn vermissing, ik heb het verhaal verzonnen’’, zei hij in een uitvoerige, grotendeels in tranen afgelegde verklaring. Hij raakte naar eigen zeggen bevriend met de undercovers, die hem “bakken met geld” in het vooruitzicht stelden in ruil voor criminele klussen.
K.’s advocaten menen dat politie en Openbaar Ministerie (OM) buiten hun boekje zijn gegaan met de undercoveractie en dat de zaak van tafel moet. De rechtbank vindt het vooralsnog te vroeg voor dergelijke conclusies. Volgens het OM is er volgens de regels gewerkt, is K. op geen enkele manier verleid of onder druk gezet en heeft de recherche de bekentenis grondig tegen het licht gehouden. “Alles wijst erop dat de verdachte geen verzinsel heeft verteld”, aldus de officier van justitie, “maar zijn geheim heeft prijsgegeven”.
Van Dillenburg zou zijn vermoord om een ruzie over een partij cocaïne. K. heeft gezegd dat zijn lijk in een shredder is gestopt en op die manier is weggemaakt. Volgens de advocaten van K. is het heel wel mogelijk dat Van Dillenburg “vrijwillig met de noorderzon is vertrokken” en dat hij nog in leven is. Van Dillenburg was in 1991 betrokken bij de spectaculaire roof van twintig schilderijen uit het Van Gogh Museum in Amsterdam. De doeken werden destijds kort na de diefstal teruggevonden.
De rechtbank maakte donderdagavond bekend dat K. langer blijft vastzitten. Over drie maanden is weer een pro-formazitting.
Op 28 mei is in de moordzaak een tweede verdachte aangehouden. De raadkamer van de rechtbank beslist vrijdag over het voortduren van diens voorarrest.