Nuttig steentje in de schoen
Een Amerikaanse mensenrechtenorganisatie meldde dinsdag dat vorige week tientallen leiders van huiskerken in China zijn opgepakt. Het was het zoveelste bewijs van het feit dat de mensenrechten in China nog allerbelabberdst zijn.Ook Chinese niet-christenen worden daarmee geconfronteerd. Om slechts een recent voorbeeld te noemen: de afstraffing van de gepensioneerde legerarts dr. Jiang Yanyong. Om zijn land voor een humanitaire ramp te behoeden verbrak Jiang vorig jaar de stilte rond de vogelpest, zeer tot ongenoegen van de Chinese autoriteiten, die de uitbraak graag in de doofpot hadden willen stoppen. Jiang werd vanwege zijn „staatsvijandige” daad opgepakt en vastgezet.
Begin dit jaar liet de arts opnieuw van zich horen door Peking op te roepen spijt te betuigen over het neerslaan van de studentenbetoging op het Plein van de Hemelse Vrede, in juni 1989. Opnieuw werd Jiang opgepakt en pas eind vorige maand kwam hij onder druk van internationale protesten vrij. Hij staat nu onder huisarrest. Vorige week werd vanuit de Filipijnen bekendgemaakt dat hem de Ramon Magsaysay-prijs, de Aziatische variant van de Nobelprijs voor de Vrede, zal worden uitgereikt.
Had Europa het voor het zeggen gehad, dan had Jiang die prijs waarschijnlijk niet gekregen. De EU lijkt de mensenrechtensituatie in China namelijk heel wat rooskleuriger in te schatten. Brussel is -onder leiding van voorzitter Nederland- namelijk op weg om het Europese wapenembargo tegen China op te heffen. Een meerderheid binnen de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders, die in december hierover een besluit moet nemen, blijkt voorstander van opheffing. Overigens is de noodzakelijke unanimiteit er nog niet: Denemarken en enkele Scandinavische landen zijn mordicus tegen; Nederland is dat ook, maar heeft verklaard niet dwars te willen gaan liggen.
Het embargo werd eind jaren ’80 ingesteld als reactie op het genoemde bloedbad in Peking. Maar, stellen de meest fervente voorstanders, Frankrijk en Duitsland, het embargo is niet meer van deze tijd omdat de mensenrechten in China zijn verbeterd. Waarschijnlijk wordt hun zicht op de Chinese mensenrechtensituatie vertroebeld door de lucratieve orders voor de Franse en Duitse wapenindustrie. De Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Li Zhaoxing, typeerde het embargo onlangs als „het steentje in de schoen”, dat een verdere omarming van China door de EU in de weg zit.
Intussen zijn de VS een harde campagne begonnen om de EU af te houden van opheffing van het embargo. Washington maakt zich vooral zorgen over de kwetsbare positie van Taiwan. In de ogen van Peking is dat een opstandige Chinese provincie die gewapenderhand tot de orde zal worden geroepen zodra het zich onafhankelijk verklaart. Bezien vanuit deze harde Chinese opstelling is het EU-plan onbegrijpelijk.
Sinds wanneer levert Europa militaire steun aan landen die zulke agressieve taal uitslaan?
De Amerikanen hebben alle reden om bezwaar te maken. Ze hebben immers sinds jaar en dag een verdrag van militaire bijstand met Taiwan. Zou het embargo worden opgeheven, dan lopen ze bij een Chinese aanval op Taiwan kans om wapens van Europese makelij te moeten uitschakelen.
Misschien nog belangrijker is dat dit conflict over wel of niet opheffen van het embargo tegen China opnieuw een barst betekent in het toch al precaire Atlantische bondgenootschap. Juist op een moment dat de Europese storm over de eenzijdige Amerikaanse aanval op Irak wat is geluwd, dreigt een nieuwe ruzie.
Het is daarom beter dat Nederland de komende maanden wel zijn poot stijf houdt. Eigenlijk zouden de recente mensenrechtenschendingen in China daar al voldoende reden voor moeten zijn. Ze tonen in ieder geval aan dat China op dat terrein nog veel moet leren. En soms kan een steentje in de schoen daarbij helpen.