Ook schrikdraadraster hield wolf niet buiten de deur
Acht lammetjes treft Boudewijn Kooijman (59) uit Bergen op zondag 4 maart 2018 aan in zijn wei. Dood. Het werk van een wolf, zo blijkt later.
De Limburgse schapenboer kijkt met afschuw op de dag terug. „Het is verschrikkelijk om je lammetjes dood te zien liggen. Daar doe ik mijn werk niet voor.”
In eerste instantie denkt Kooijman dat het om een hondenaanval gaat. Hij ruimt de dieren op maar doet wel een melding bij de politie. Een dag eerder zijn bij een collega-boer uit het zuidelijker gelegen Lottum drie schapen dood aangetroffen. Sporen duiden op een wolf: dikke pootafdrukken in een rechte lijn. Kooijman twijfelt: zou de aanval op zijn lammetjes ook door een wolf gedaan zijn?
DNA-onderzoek
Een Noorse Facebook-vriend en collega-boer die ervaring met wolvenaanvallen heeft, bevestigt zijn vermoeden. „Ik plaatste foto’s in een Noorse Facebookgroep en die collega zei meteen dat het een wolf kon zijn. Die bijt gewoon wat rond zonder zijn prooi op te eten.” DNA-onderzoek, uitgevoerd door de Wageningen Universiteit, geeft uiteindelijk de doorslag. Het gaat om een wolf.
De schapenboer weet niet hoeveel lammetjes hij door de aanval kwijtgeraakt is. Omdat het om jonge dieren ging –vier weken oud of jonger– waren ze nog niet genummerd. Kooijman, die op het moment van de aanval 1000 schapen heeft, krijgt 425 euro schadevergoeding. „De vergoeding voelt als een stukje erkenning, maar de werkelijke schade is veel hoger. De taxateurs gaan uit van slachtschapen, mijn schapen zijn fokschapen. Die hebben een heel andere waarde: soms 300 euro per stuk. Bovendien ben ik door de aanval fokmateriaal kwijtgeraakt. Het tienvoudige zou niet verkeerd zijn.”
De overheid adviseert boeren schrikdraadafrasteringen te plaatsen om hun schapen te beschermen. Kooijman: „Dat helpt in lang niet alle gevallen. Ik had een goede afrastering met stroomdraad van 90 centimeter hoog. Daar is de wolf gewoon overheen gesprongen.”
Waakhonden
Ook waakhonden zijn volgens de schapenhouder niet de oplossing. „Ik heb op dertig locaties schapen lopen. Daar kan ik geen honden neerzetten zonder toezicht. De kans dat zo’n hond een mens aanvalt die een kijkje bij de schapen neemt, is te groot.”
Kooijman is nog dagelijks bang voor een nieuwe aanval. „De wolf die mijn lammetjes beet, is in België doodgereden. Maar uit het nest dat mogelijk op de Veluwe ontstaat, kunnen jonge wolven met gemak naar Limburg lopen.”
Volgens de schapenboer is de overheid „laks.” „Ze laat de aanval eerst gebeuren en neemt daarna pas maatregelen. De mensen die de schade opnemen, hebben geen verstand van schapen.”
Wat volgens hem de oplossing is voor het probleem? „Geef de wolven een eigen leefgebied waar ze de ruimte hebben. Niet in Nederland. Daar passen ze niet meer.”