„God is machtiger dan de geesten van de duisternis”
„We vroegen aan een taxichauffeur of hij het weeshuis van de stichting Stéphanos kende. Hij zei: „Ja”, en voegde eraan toe: „De Heere is met u.” Ter verklaring zei hij: „U hebt destijds een stuk land gekregen naast een begraafplaats. Niemand wilde dat land, omdat de geesten van de overleden voorouders daar waren. We dachten daarom dat de kinderen van het weeshuis zouden sterven. Het is niet gebeurd. Uw God is machtiger dan de geesten van de duisternis.”
Ds. K. Veldman vertelde dit gisteren tijdens de jaarlijkse zendingsmiddag in Vriezenveen. Tijdens de bijeenkomst werd gecollecteerd voor de stichting Stéphanos, die in Malawi een weeshuis beheert.
De predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) te Vriezenveen haalde een voorval aan dat plaatshad tijdens een visitatiereis in Blantyre in Malawi. Hij zei dat de Heere hen tijdens de reis voorspoedig had geleid in het Afrikaanse land met honderdduizenden aids-wezen. In het weeshuis van de stichting Stéphanos in Chilangoma proberen de medewerkers zo veel mogelijk een huiselijk klimaat te realiseren. Op dit moment worden er in totaal ongeveer 130 kinderen verzorgd, terwijl 200 anderen regelmatig een maaltijd krijgen en er ook wat gedaan kan worden voor 1800 kinderen in de omgeving. Daarnaast, zei ds. Veldman, heeft de stichting Stéphanos de verantwoordelijkheid over 113 gemeenten met 13.000 zielen, van wie velen het verschil niet weten tussen hun rechter- en hun linkerhand.
De predikant sprak naar aanleiding van de wonderbare spijziging, met als kerntekst Lukas 9:13: „Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij hun te eten…” Later kwam hij terug op het christendom in Afrika, dat hij niet in alle opzichten positief beoordeelt. Het werelddeel kent veel broodchristenen, aldus ds. Veldman. „Als er brood wordt uitgedeeld tijdens een dienst zijn er meer mensen aanwezig dan wanneer dit niet gebeurt. Maar Christus heeft belang bij de ziel van een mens.”
De eerwaarde heer J. de Boer uit Katwijk aan Zee sprak over Zacharia 2: 9 en 10: „Want ziet, Ik zal Mijne hand over henlieden bewegen…” Het volk heeft de ballingschap achter zich als Zacharia optreedt. Hij is een vreugdebode. „Zacharia gaat spreken hoe de Heere van eeuwigheid lust heeft om zalig te maken. Jezus Christus doet niets liever dan zaligen. Een predikant doet niets liever dan Christus voorstellen. De Heere wil Zijn volk al een voorsmaak geven van wat komt. Zacharia zegt dat de komst van de Zaligmaker aanstaande is. Is dat geen reden om te juichen? Die reden kan er alleen zijn als u de Heere dient. Dan krijgt u Gods zegen. God wil genade bewijzen in Christus. Hij heeft Zijn volk hartelijk lief. De tederhartige Borg is zo bewogen met Zijn volk. De liefde van vaders en moeders haalt het niet bij de liefde Gods. Die liefde houdt niet op. De Heere Jezus zei tegen Zachéüs: „Ik wil heden in uw huis blijven.” Is het niet groot als de Heere bij ons woont en er wil blijven?”
Als laatste sprak ds. H. Zweistra, predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) te Leerbroek. Hij nam als uitgangspunt Jesaja 53:10b: „Als Zijne ziel Zich tot een schuldoffer zal gesteld hebben, zo zal Hij zaad zien.”
„Ook wel eens moedeloos?” zo begon hij. Om te vervolgen: „Ook dominees kunnen bij ogenblikken op zichzelf zien. De tegenstander zegt: „Het loopt God uit de hand.” De kerk in Nederland is een grote chaos. Maar moedeloos zijn mag niet! Vaders, moeders, voorgangers, niet moedeloos zijn! Klagen is een gestalte van het ongeloof. God heeft alle macht om de machten in ons te verbreken. Het Woord van God is getrouw en zal voortgang vinden. De Heere is erbij, ook als het nacht is en er strijd is. De Heere is daar waar geen hand voor ogen gezien kan worden. Zie dan op Hem. Wie zingt in de nacht, die is beproefd en gelouterd.”
