’Grote gevechtshandelingen’ in Irak mogelijk hervat
De ’grote gevechtshandelingen’ in Irak, waarvan de Amerikaanse president George Bush op 1 mei vorig jaar zei dat die voorbij waren, lijken te worden hervat. Amerikaanse en Iraakse militairen bereiden gezamenlijk een grote laatste aanval voor op stellingen van de milities van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al–Sadr in Najaf.
„We zijn er klaar voor om dit gevecht, dat Muqtada’s milities begonnen, af te maken", zei de Amerikaanse kolonel Anthony Haslam woensdag. Hij repte van „laatste gezamenlijke oefeningen met de Iraki’s ter voorbereiding van grootschalige aanvallen". Een dag eerder riep het Amerikaanse leger inwoners van delen van Najaf al op hun huis zo snel mogelijk te verlaten. Hij zei niet wanneer het grote offensief plaatsvindt.
Het Amerikaanse leger heeft toestemming van de gouverneur van de provincie Najaf, Adnan al–Zorfi, de Imam Ali–moskee te bestormen. Volgens de VS gebruiken de aanhangers van al–Sadr die als basis, net als de begraafplaats van Najaf. Met de aanval zouden de Amerikanen zich echter nog grotere woede van de sjiieten op de hals halen, want de moskee geldt als een van hun heiligste plaatsen.
De sjiitische heilige stad was ook woensdag, de zevende dag van het opgelaaide verzet van al–Sadrs zogenoemde Mehdi–leger, het toneel van gevechten tussen Amerikanen en militieleden. De VS zeggen de afgelopen week al honderden strijders te hebben gedood. Volgens de milities zelf hebben zij slechts enkele tientallen strijders verloren.
Ibrahim Jaafari, een van de vice–presidenten van Irak, heeft de Amerikaanse strijdkrachten woensdag opgeroepen Najaf te verlaten. Hij wil dat alleen Iraakse veiligheidstroepen de orde in de stad herstellen. Jaafari zei „alle politieke bruggen" open te willen houden om met de milities van al–Sadr tot een akkoord te komen. Al kan de Iraakse overgangsregering naar „buitengewone middelen" grijpen als al–Sadr de strijd onverminderd voortzet, tekende hij daarbij aan.
De radicale sjiitische leider lijkt dat laatste van plan te zijn. Hij riep woensdag zijn Mehdi–leger op door te vechten in Najaf, ook als hij zou worden opgepakt of gedood. „Strijdt door, ook als ik een gevangene of een martelaar word", aldus al–Sadr in een verklaring. Dinsdagavond had hij nog gezegd in principe bereid te zijn met de Amerikanen en de Iraakse tijdelijke regering te onderhandelen over een bestand.
De Iraakse militaire acties tegen sjiitische strijders in Najaf was voor duizenden Irakezen in de zuidelijke stad Nasiriya reden om de straat op te gaan. Zij eisten het aftreden van interim–premier Iyad Allawi en staken het lokale kantoor van diens politieke partij in brand. De demonstranten riepen leuzen als „weg Allawi" en „Allawi, lafaard, Amerikaanse agent".
Ook Nederlanders waren woensdag doelwit van verzet tegen de Amerikanen en hun bondgenoten in Irak. Onbekenden vuurden twee mortiergranaten af op Camp Smitty, de basis van ongeveer 650 Nederlandse militairen in de zuidelijke stad As–Samawah. De projectielen vlogen echter over het kamp heen, zonder letsel of schade aan te richten. De avond daarvoor waren twee Nederlandse patrouillewagens ten noordoosten van As–Samawah beschoten. De militairen beantwoordden het vuur. Het is niet duidelijk of daarbij Iraki’s gewond zijn geraakt. De Nederlanders bleven ongedeerd.