Kerk & religie

Museum Krona stelt middeleeuws groen centraal

Middeleeuwers stonden dichter bij de natuur dan mensen nu. Tegelijk waren ze onbekend met de natuur om hen heen. Dat laat expositie ”De Groene Middeleeuwen” in Museum Krona.

Jan van Reenen
31 May 2019 16:15Gewijzigd op 16 November 2020 16:11
Een van de pronkstukken van de tentoonstelling in Museum Krona te Uden is het zestiende-eeuwse herbarium van Leonhart Rauwolff. beeld Willem Kuijpers
Een van de pronkstukken van de tentoonstelling in Museum Krona te Uden is het zestiende-eeuwse herbarium van Leonhart Rauwolff. beeld Willem Kuijpers

Je komt het museum in Uden –tot voor kort Museum voor Religieuze Kunst– binnen via een poort in de kloostermuur en door de kruidentuin. Hierin groeien planten die in de middeleeuwen in gebruik waren in kloosters.

”De Groene Middeleeuwen” is vooral een expositie van fraaie middeleeuwse boeken over kruiden en planten. Drie ervan zijn geleend uit Museum Meermanno in Den Haag. Het eerste is de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant in een handschrift uit 1332. Daarna volgt het Plantenboek van Apuleius, waarin adviezen over plantengeneeskunde staan. Het derde is een getijdenboekje, zeg maar een gebedenboekje, dat openligt bij een versierde illustratie van de besnijdenis van Jezus.

„De kennis van de natuur in de middeleeuwen ging terug op de Bijbel en de antieke oudheid”, vertelt conservator Wouter Prins. „De wetenschap was nog niet zo ontwikkeld. Tekeningen van planten uit de vroege middeleeuwen waren niet zo waarheidsgetrouw. Het verschil met het einde van het tijdperk is enorm.”

Een van de pronkstukken van de tentoonstelling is een herbarium uit de zestiende eeuw, geleend van Naturalis in Leiden. De Duitser Leonhart Rauwolff was een verwoed verzamelaar van planten, die hij droogde. In Uden is één deel van het vierdelige herbarium te zien. De getoonde plant, die zo’n 450 jaar oud moet zijn, ziet er goed uit, maar is niet gauw te determineren.

De wereld van het rooms-katholieke bijgeloof wordt duidelijk bij het ”Wonderkruis”, een kruis met een alruinwortel die lijkt op een menselijke figuur. In het begin van de zestiende eeuw zou een meisje de hostie hebben uitgebraakt en deze uit schaamte verstopt hebben onder de plavuizen van de Kruisherenkerk in Den Bosch. Daar vond men later een figuur die leek op het Corpus Christi. Dat was het begin van de verering van het beeldje dat uit de hostie gegroeid zou zijn. Nu weet men dat de figuur een bijgesneden alruinwortel was.

Voor een aantal bezoekers zal de laatste zaal het meest interessant zijn. Daar wordt uit de doeken gedaan hoe middeleeuwers dachten over de relatie tussen planten en gezondheid. Aan de kleur van iemands urine meende men te kunnen zien wat er mis was met diens gezondheid en humeur. Piskijken was een vak. Digitale informatie ter plekke leert dat rode urine betekende dat iemand te veel bloed had. Bruine urine duidde op een onevenwichtige toestand van de lever.

De expositie beperkt zich niet tot de museumzalen maar wordt voortgezet in de tuin. Die is aangelegd als middeleeuwse ”cruydthof”: een strak ingedeelde tuin met verschillende bedden, waarin ruim 150 soorten planten staan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer