Tokio en Pyongyang praten over betere betrekkingen
Japan en Noord–Korea zijn woensdag onderhandelingen begonnen over Japanse burgers die in de jaren zeventig en tachtig zijn ontvoerd door Noord–Koreaanse geheim agenten. Het lot van tien Japanners is volgens Tokio onbekend.
De kwestie is de grootste sta–in–de–weg voor diplomatieke betrekkingen tussen beide Aziatische landen. De gesprekken duren twee dagen en worden in de Chinese hoofdstad Peking gehouden.
Noord–Koreaanse functionarissen hebben in Peking een tussenrapport aan hun Japanse gesprekpartners overhandigd over een onderzoek naar de verdwenen Japanners, die werden ingezet om Noord–Koreaanse geheim agenten de Japanse taal en gewoonten bij te brengen
De Noord–Koreaanse leider Kim Jong–il had na een ontmoeting met de Japanse premier Junichiro Koizumi in Pyongyang in mei opdracht gegeven tot het onderzoek. Niemand die bij de gesprekken in Peking is betrokken wilde woensdag zeggen wat er in het tussenrapport staat.
Noord–Korea gaf in 2002 toe dat in het verleden dertien Japanners zijn ontvoerd. Acht Japanners zouden zijn overleden en de vijf anderen mochten dat jaar terugkeren naar Japan, twee jaar later gevolgd door hun kinderen. Twee andere Japanners die zouden zijn ontvoerd, zijn volgens Pyongyang nooit in Noord–Korea geweest.
De onderhandelingen in Peking volgen na de beslissing van Japan om het sterk verarmde Noord–Korea van hulp te voorzien. Het land stuurt de komende maanden 125.000 ton voedsel en medicijnen ter waarde van 7 miljoen dollar naar Noord–Korea.