Al-Motassadeq weer voor Duitse rechter
De Marokkaan Munir al-Motassadeq, de enige die is veroordeeld in verband met de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten, is dinsdag opnieuw voor een rechter in Duitsland verschenen. Al-Motassadeq werd in 2003 in Hamburg tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld, voornamelijk wegens samenzwering voor het doden van de ongeveer 3000 mensen die omkwamen door de aanslagen.
Het hooggerechtshof in Karlsruhe bepaalde dit voorjaar dat er een nieuw proces moest komen. Het verklaarde het eerste ongeldig, omdat daarin een belangrijke getuige niet was gehoord. In afwachting van het nieuwe proces was de Marokkaan op vrije voeten. Hij ging dinsdag zonder iets te zeggen het gerechtsgebouw binnen.
Vlak na het begin van de zitting dinsdag bleek de zaak er voor de aanklagers zonniger uit te zien dan van tevoren werd verwacht. De Verenigde Staten meldden in een brief, die de rechtbank slechts enkele minuten voor het begin van het proces ontving, dat zij de rechters zouden voorzien van onder meer afschriften van een gedeelte van de ondervraging van Ramzi Binalshibh. Deze zit in de VS vast op verdenking van betrokkenheid bij terrorisme. Hij zou een belangrijk lid van al-Qaida zijn. Zijn getuigenis zou cruciaal zijn voor een mogelijke veroordeling van al-Motassadeq.
Washington is echter niet van plan de Duitse rechters toestemming te geven om Binalshibh en nog een andere verdachte van terrorisme, Khalid Sheikh Mohammed, zelf te ondervragen en te laten getuigen. Dit bleek uit een brief die door de Amerikaanse autoriteiten was gericht aan de Duitse ambassade in Washington en dinsdag bij het begin van de zaak tegen al-Motassadeq werd voorgelezen.
Al-Motassadeq beantwoordde tijdens de zitting vragen naar zijn identiteit, maar ging niet in op het aanbod van de rechter om op de aanklachten te reageren. Zijn advocaat, Josef Grässle- Münscher, vroeg om stopzetting van het proces. De getuigenverklaringen uit de VS zijn onbruikbaar omdat terreurverdachten hoogstwaarschijnlijk gefolterd zijn, zei hij.
Al-Motassadeq wordt verdacht van medeplichtigheid aan meer dan 3000 gevallen van moord, alsook van lidmaatschap van een terroristische organisatie.
Hij zou dezelfde radicale islamitische instelling hebben gehad als de vliegtuigkapers Mohammed Atta, Marwan al-Shehhi en Ziad Jarrah en hen hebben geholpen de aanslagen voor te bereiden. Hij betaalde hun collegegelden en heeft toegegeven dat hij in de kampen van Osama bin Laden in Afghanistan is geweest. Hij ondertekende het testament van Atta en beheerde de bankrekening van al-Shehhi. Volgens Motassadeq waren zij niet meer dan vrienden en heeft hij alleen maar dingen gedaan die iedere goede moslim voor een „broeder” zou doen.
Voor het proces tegen Motassadeq zijn tot in januari 2005 zittingsdagen gepland.