Joseph Alleine opende het Woord en ook zijn eigen hart
In het zuidwesten van Engeland, verscholen tussen heuvels en weiden, ligt Taunton. Deze eenvoudige provinciestad moet het qua aanzien echt hebben van de middeleeuwse St. Mary Magdalene Church. Het is de kerk van Joseph Alleine.
Nadat de 21 jaar oude Alleine in 1655 het beroep naar Taunton had aangenomen, zwierf hij alvast eens door zijn kerk. Hij schreef toen: „De kerk is buitengewoon groot, en, alsof het zo moest zijn, wat laag opgetrokken, maar wat haar breedte betreft, is zij op een enkele voet na gelijk aan de St. Paul’s in Londen. Echter, wat de kerk aan hoogte mist, bezit juist de klokkentoren aan de westzijde vanwege een uitzonderlijke hoogte, groot en vernuftig vakmanschap, ja, van de grond af tot de top van de hoogste pinakel.”
Ik ben slechts de vriend van de Bruidegom, zei Alleine bij zijn intrede in Taunton, „en mijn taak is alleen maar om u Zijn liefde te doen verstaan en uw harten aan Hem te verbinden.”
Dat is de korte samenvatting van zijn leven en werk: de mensen bekendmaken met de liefde van Christus en hun harten aan Hem te verbinden. Die radicale boodschap is ook terug te vinden in zijn bekendste boek ”Alarm voor onbekeerde zondaars” – dat later verscheen onder de veel minder rake titel ”Een betrouwbare gids naar de hemel”.
Diezelfde boodschap ligt ook in een nieuw boek met tien preken van Joseph Alleine: ”In het net van het Evangelie” (uitg. Den Hertog; € 16,50). Deze preken zijn afkomstig uit het boek ”Remains” (1674), een bundel nagelaten geschriften van Alleine. ”Remains” bevatte zestien verhandelingen, waarvan er in 2003 al zes in het Nederlands verschenen onder de titel ”Uitnemende liefde”. De overige tien verschijnen nu in het boek ”In het net van het Evangelie”.
Een van deze tien preken gaat over de tekst: „Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is, jaag ik naar het wit tot de prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus” (Filippenzen 3:14).
Paulus laat hier geen draad ruimte voor lijdelijkheid. Joseph Alleine doet dat evenmin. We moeten werkzaam zijn, zegt hij. „We moeten ons grondig vertrouwd maken met de regel en het kompas waardoor het dienen van God richting krijgt. Zolang een zeeman niet elk punt van zijn kompas kent, is het waarschijnlijk dat hij er een verkeerd gebruik van zal maken.”
Wie in het dienen van God iets goeds tot stand wil brengen, dient de regel van de Schrift te kennen, schrijft Alleine. Een van die regels is: het hart moet doortrokken en doorgeurd zijn van het dienen van God. Dan zal daarin ook gevonden worden de liefde, de vreugde en de bereidheid om God te dienen.
Vrome loop
Wat ook moet worden gezegd: Alleine bleef in veel van zijn preken niet erg dicht bij de woorden van de tekst. Graag laat hij zijn gedachten de vrome loop. Dat doet hij ook in zijn verklaring van Filippenzen 3:14. Aan de hand van dit Pauluswoord concludeert hij dat de tijd kort is, dat het werk veel is en dat het dus nú of nooit moet worden gedaan. „O mensen, bedenk dat u nu de dag hebt om te werken. U hebt slechts een dag en de nacht komt snel naderbij, wanneer er niet gewerkt kan worden: dan wordt er niet meer gebeden, dan wordt er niet meer gehoord, dan wordt er niet meer vermaand en niet meer aangespoord. Wees nu werkzaam voor uw tijdgenoten, vermaan elkaar elke dag, doe goed met uw bezit, spreek uw vrienden elke dag aan, want het is nu of nooit.”
De mens leeft niet voor zijn plezier en is niet voor een beetje vermaak op de aarde. Wie geen werk maakt van zijn zaligheid, hangt een vergeefse godsdienst aan, zegt Alleine. „Als u in het dienen van God aarzelt en het werk halveert, komt u maar halverwege de hemel. (…) Wees ervan verzekerd dat u nooit in de hemel zult komen als u de hemel niet zoekt in de orde die God heeft gesteld.”
In deze preek ontneemt Alleine zijn hoorders alle ruimte om af te wachten en toe te zien. Want de mens ‘moet’ echt heel veel doen, zegt hij in deze indringende en sterk appellerende preek. De mens moet altijd arbeiden, alsof zijn Meester staat toe te kijken. De mens moet altijd het doel in het oog houden. De mens moet iedere morgen ervoor zorgen dat hij in de juiste richting gaat, zoals het kompas die aangeeft. Iedere dag moeten de dwalingen van de vorige dag worden goedgemaakt. De mens moet zichzelf verloochenen en zijn vleselijke begeerten ten onder houden, „want anders zal het werk in het dienen van God nooit voortgang vinden.” Wat dus ook moet, is dit: jagen naar het wit „tot de prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.”
Deze dingen moeten boven in het hart liggen. Ze moeten iemands léven zijn. Dat zegt Alleine in alle mogelijke toonaarden. Want de godsdienst strekt zich niet alleen uit tot bidden, luisteren en het geven van aalmoezen, maar ook tot eten, drinken, handelen en huwen. „U moet niet denken dat u God kunt afschepen met een uurtje in de morgen en een uurtje in de avond. U moet Hem de hele dag dienen volgens Zijn regels, terwijl u in uw beroep bezig bent, als u ergens op bezoek gaat en met de mensen spreekt. Beschouw díé pijl als verloren, die niet op een bepaald godsdienstig doel is gericht. Dát uur is verloren, dat niet in godsdienstig opzicht is doorgebracht. Dát bezoek is verloren, waarin u de oogmerken van de godsdienst niet bij uzelf en uw vrienden hebt bevorderd. (…) U moet het uzelf opleggen dat u God niet alleen zult dienen op uw knieën, maar ook in uw werk, aan uw tafel, op uw reizen, opdat God door u in alles verheerlijkt zal worden.”
Hulpprediker
Alleine begon zijn werk in de gemeente van Taunton als hulpprediker, naast George Newton. Deze Newton luisterde graag naar zijn jonge ambtsbroeder en zei over diens preken: „Hij legde niet alleen het Evangelie open, maar opende ook zijn eigen hart. Zijn smeekbeden en aansporingen waren vaak zo hartelijk, zo vol van heilige ijver, leven en kracht, dat ze zijn hoorders geheel overweldigden.”
De St. Mary Magdalene Church in Taunton is elke dag open. Links van de ingang bevindt zich een boekhandeltje, rechts een souvenirshop met religieuze prullen. Opzij van het middenschip staan dragende pilaren die de kerk hooghouden. Zuilen torsen het houten dak, nog even dapper als eeuwen geleden.
In 1668 werd Alleine ziek. Op 17 november van dat jaar stierf hij, 34 jaar oud, verteerd in de dienst van zijn Koning. Hij had de wens te kennen gegeven te willen worden begraven in de St. Mary Magdalene Church, naast de lidmaten van zijn gemeente. Zo is het ook gebeurd.
In de St. Andrew Chapel van de Magdalene Church hangt een gedenkplaat voor Alleine. In een fotolijst aan de linker kerkmuur prijken drie portretten, waaronder een van hem.
In het koor van de St. Mary Magdalene Church ligt het graf van Alleine, onder het vloerkleed. Daar ligt zijn stof, totdat aan de hemel gezien zal worden het teken van de Zoon des mensen.