Dat blijkt uit cijfers van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Het aantal terugkeerders zal dit jaar de 2912 van vorig jaar overtreffen, is de verwachting van de IOM.

IOM-directeur A. de Dyker stelt in een reactie op de jongste cijfers dat het beleid van minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie „kennelijk succes heeft”, al is het volgens hem nog te vroeg voor een definitief oordeel.

De Dyker denkt dat veel asielzoekers „eieren voor hun geld kiezen” en inzien dat er voor hen geen toekomst weggelegd ligt in Nederland. Als verklaring daarvoor noemt de IOM-directeur het nieuwe beleid van minister Verdonk, dat „brede maatschappelijke steun heeft.”

Van zijn eigen medewerkers hoort De Dyker dat er veel belangstelling is voor de zogeheten herintegratiepremie die uitgeprocedeerde asielzoekers kunnen krijgen die voor april 2001 in Nederland kwamen en nu binnen acht weken na een brief van het ministerie van Justitie zelf terugkeren. Zij krijgen een bedrag mee van 2320 euro. Gezinnen krijgen 6050 euro.

Van die regeling is sinds de invoering op 23 juni al door 162 mensen gebruikgemaakt. Het gaat om ongeveer 120 volwassenen en een veertigtal kinderen.

Een woordvoerster van minister Verdonk laat in een reactie weten dat veel afgewezen asielzoekers inzien dat blijven geen zin heeft. Met de terugkeerpremie (vaak een paar jaarsalarissen in het land van herkomst) kunnen de asielzoekers „met opgeheven hoofd terugkeren” en een nieuw leven beginnen, aldus een woordvoerster van de minister.

De terugkerende asielzoekers zijn veelal afkomstig uit Angola (216 vorig jaar), Servië-Montenegro (185) en Iran (124). Ook veel Irakezen keren terug, aldus de IOM.