EU: Geen genocide in Darfur
Een EU-team in Darfur heeft geen bewijzen kunnen vinden dat in de Sudanese regio een genocide plaatsvindt. Wel wordt er op grote schaal gemoord, zo heeft de Nederlander Feith, die de missie de afgelopen week leidde, maandag gezegd.
„Voor genocide moet je aantonen dat er systematisch acties tegen een bepaalde bevolkingsgroep plaatsvinden. Dat bewijs is er niet”, aldus Feith. Het Amerikaanse Congres veroordeelde de strijd in Darfur, waar het regeringsleger en Arabische milities dood en verderf zaaien onder de Afrikaanse inwoners, vorige maand wel als genocide (volkerenmoord).
De EU-gezant wilde echter „niet bagatelliseren wat er gebeurt.” Er wordt veel gemoord en milities branden op zeer grote schaal dorpen plat, aldus Feith. Om de Sudanese overheid te ondersteunen, zou de EU 25 à 30 adviseurs naar Sudan moeten sturen om de politie in Darfur, een gebied ter grootte van Frankrijk, te adviseren. De Sudanese regering is van plan 6000 tot 12.000 extra politiemannen naar het gebied sturen. Volgens Feith heeft de regering in Khartoem het idee „positief ontvangen.”
Ondertussen heeft de Sudanese regering een actieplan goedgekeurd dat minister Mustafa Osman Ismail van Buitenlandse Zaken en VN-gezant Pronk hebben opgesteld om de vrede in Darfur te herstellen. Het plan voorziet onder meer in de instelling van ”veilige gebieden” voor de terugkeer van ontheemden naar de westelijke regio van het Afrikaanse land.
Ismail liet maandag verder weten dat zijn land waarschijnlijk binnen drie weken de veiligheid en mensenrechtensituatie in Darfur kan verbeteren. Daarmee zou het tegemoetkomen aan een resolutie van de VN-Veiligheidsraad. Die dreigde op 30 juli met impliciete sancties als Sudan de Arabische milities niet ontwapent. „We hebben een tekort aan tijd, maar ik denk dat we het kunnen doen”, aldus Ismail.
De minister van Buitenlandse Zaken ging tegelijkertijd in de aanval door te stellen dat het conflict tot dusver veel minder slachtoffers heeft geëist dan de Verenigde Naties beweren. Ismail stelde dat het dodental dat de VN noemen (50.000) tienmaal zo hoog is als het werkelijke aantal doden. In de afgelopen zeventien maanden zijn volgens de minister niet meer dan 5000 mensen omgekomen in de strijd, onder wie bijna 500 politiemannen.
De bewindsman noemde de VN-cijfers „buiten alle proporties” en riep de VN op met bewijzen te komen. „Vertel ons hun namen en toon ons hun graven”, aldus de minister.
Ismail deed zijn uitlatingen op een bijeenkomst van de Arabische Liga in de Egyptische hoofdstad Caïro. Hij vond daar steun van de andere Arabische landen in zijn strijd tegen eventuele VN-sancties. Volgens de Arabische Liga hebben strafmaatregelen negatieve gevolgen voor alle Sudanezen en zullen ze de crisis in de westelijke regio Darfur verergeren.
De crisis in Darfur is het gevolg van al lang sluimerende etnische spanningen over onder meer landbouwgrond tussen nomadische herders, die zichzelf als Arabieren beschouwen, en boeren met vastere woonplaatsen die hun afkomst uit zwart Afrika koesteren. In februari 2003 kwamen drie van de Afrikaanse stammen in Darfur, die zich verenigden in de rebellengroepen SLM en JEM, in opstand tegen de regering, die wordt gedomineerd door een Arabische elite.
De regering heeft de regio met militaire middelen bestookt en de zogeheten Janjaweed-milities, vaak tieners of jongvolwassenen, zaaien er sindsdien dood en verderf, met hulp van het regeringsleger. Circa 1,2 miljoen bewoners zijn daardoor op de vlucht geslagen.