Singapore weet niet wat nieuwe premier zal brengen
De huidige premier van Singapore, Goh Chok Tong, maakt donderdag plaats voor Lee Hsien Loong, de zoon van de grondlegger van het moderne Singapore, Lee Kuan Yew. Veel inwoners van de stadstaat vragen zich af of Lee Hsien Loong de teugels die Goh de afgelopen veertien jaar heeft laten vieren, weer zal aanhalen en zo in de voetsporen van zijn autoritaire vader zal treden.
De machtswisseling valt samen met de viering van de Singaporese onafhankelijkheid, 39 jaar geleden. Van 1965 tot 1990 wist de oudere Lee Singapore van een achtergebleven kolonie om te vormen in een welvarende, moderne economie. Hij voerde een strak beleid waarin het openbare leven, tot aan het doortrekken van openbare toiletten toe, aan strenge regels gebonden werd. Onder Goh ging het soepeler toe, zodat bungeejumping, de hele nacht door feesten en dansen op bars in cafés nu is toegestaan.
Net als zijn vader wil de jonge Lee (52), die onder Goh minister van Financiën was, de nadruk leggen op de economie, waarin Singapore met de langzaam oplopende werkloosheid de toenemende concurrentiekracht van China voelt. Hij belooft meer „openheid” en meer overleg. Hij overweegt ook meer soepelheid met betrekking tot onderwerpen die nu onbespreekbaar zijn, zoals ras en religie. Wie nu deze thema’s in het openbaar aansnijdt, loopt het risico door de autoriteiten te worden opgepakt.
Volgens critici houdt de hervormingsbereidheid van Lee daarmee wel op. Zo verwacht oppositiepoliticus Joshua Jeyaretnam van de machtswissel geen opener democratie. „Er gaat niets veranderen, er zal een driemanschap zijn van Lee Kuan Yew als adviseur, Lee Hsien Loong als premier en Goh als nummer twee”, meent hij.
Jeyaretnam is niet de enige die er zo over denkt. Ho Khai Leong, politicoloog aan het Instituut voor Zuidoost-Aziatische Studies in Singapore, zegt dat onder Singaporezen de vrees leeft dat de jonge Lee terug zal grijpen naar de ijzeren vuist van zijn vader. Zij zien de machtswissel als een soort ”back to the future”. „Mensen die meer openheid wensen zijn er niet gerust op. Zijn toespraken lijken erg veel op die van zijn vader.”
Zo zei de jonge Lee in januari dat het de taak van de regering was om de toch al minieme oppositie in Singapore te „vermorzelen.” En twee jaar geleden verdedigde hij het nog uit de tijd van zijn vader stammende beleid om mannelijke ambtenaren meer recht op gezondheidsvoorzieningen te geven dan vrouwelijke; de mannen waren immers gezinshoofd.
Ook in het buitenland klinkt er kritiek op het conservatieve leiderschap van Singapore. Amnesty International en ook het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken hekelen de praktijk van de regerende People’s Action Party om politici van de oppositie door middel van smaadprocessen aan de bedelstaf te brengen. Volgens de Singaporese wet kan iemand die bankroet is niet in het parlement worden gekozen.
Ook Jeyaretnam (78) werd naar een faillissement geprocedeerd. Hij was naar eigen zeggen in de afgelopen jaren ruim 750.000 euro kwijt aan proceskosten en boetes. „De mensen in Singapore willen een verandering van het regime, maar durven hun nek niet uit te steken. Ik durfde het wel, maar kijk eens wat er van mij geworden is”, aldus Jeyaretnam, die op straathoeken boeken aan de man probeert te brengen om zijn schulden af te betalen.