Politiek niet helder over werk en huishouden
Twee op de drie vrouwen hebben geen idee bij welke politieke partij zij moeten aankloppen voor een betere regeling van de problemen rond werk en huishouden.
Overigens vindt een minderheid van vier op de tien vrouwen dat werk en huishouden moeilijk te combineren zijn.
Dat blijkt uit een representatieve steekproef onder 500 vrouwen, uitgevoerd door IBT marktonderzoek in opdracht van de Huishoudbeurs, die vrijdag begint in de Amsterdamse RAI.
De ondervraagde vrouwen zien de oplossing van hun problemen vooral in flexibeler werktijden en meer mogelijkheden om thuis te werken. Een kwart van de moeders is niet tevreden over de kinderopvang, vooral wegens de lange wachtlijsten. Een meerderheid van de vrouwen vindt dat de overheid bedrijven moet verplichten kinderopvang te organiseren.
Van de ondervraagden had 67 procent een baan. Dat is 20 procent meer dan in het onderzoek van de Huishoudbeurs uit 1998. Het aantal vrouwen dat vindt dat er in een gezin met kinderen altijd een partner thuis moet zijn, is afgenomen van een op de drie tot een op de vijf.
De meeste vrouwen die werken, doen dat in deeltijd. Rond 30 procent werkt minder dan twee dagen per week. Van de ondervraagde vrouwen doet bijna 80 procent bovendien zelf het huishouden.