Klein deel refojongeren gaat tegen maatschappelijke trend in
Reformatorische jongeren krijgen, net als hun seculiere leeftijdsgenoten, ook pas op latere leeftijd een baan, een vaste relatie en kinderen. Een klein deel vormt een tegencultuur in deze maatschappelijke trend.
Kees van Vianen, directeur bij jeugdwerkorganisatie LCJ, herkent het beeld dat uit het onderzoek van het CBS naar voren komt. „Ook reformatorische jongeren leren langer, zijn hoger opgeleid en gaan langer door met hun studie. Veel twintigers pionieren: ze hoppen van baan naar baan. De tijd van een langdurige vaste baan is echt voorbij.”
Door het leenstelsel, flexcontracten en moeite met het krijgen van een hypotheek is de onzekerheid onder jongeren groot. „De impact van die onzekerheid op twintigers is verschillend”, aldus Van Vianen. „Er zijn jongeren die zo hard aan hun toekomst werken dat de euro’s naar binnen rollen. Het gros legt zich bij de onzekerheid neer. Jongeren zijn eraan gewend, denk ik.”
Volgens Van Vianen krijgen reformatorische jongeren precies hetzelfde voor de kiezen als alle andere jongeren in Nederland. „Ze leven in dezelfde open wereld, staan voor dezelfde keuzes. Van het onderscheid moet je je niet te veel voorstellen.”
Tegelijk ziet de LCJ-directeur een tweedeling in de groep jongeren waar hij mee werkt. „Een deel van de jongeren laat zich sterk beïnvloeden door de cultuur waarin we leven. Dat deel kiest voor zichzelf; bijvoorbeeld om de eerste jaren na het huwelijk geen kinderen te krijgen. Het andere deel van de jongeren volgt meer de patronen die we altijd gehad hebben.”
Laurens Kroon, directeur bij de JBGG, signaleert eveneens die tweedeling. „Er zijn jongeren die later met een relatie beginnen en trouwen. Maar ik zie ook jongeren die tegen de trend ingaan. Ze trouwen als ze begin twintig zijn en staan vervolgens open voor de kinderzegen.”
Volgens Kroon heeft de tweedeling deels ook met opleidingsniveau te maken: jongeren die mbo doen, kunnen eerder gaan werken en zijn jonger in de positie om zelfstandig verder te gaan. „Door het leenstelsel bouwen studenten behoorlijke schulden op. Bovendien krijgen ze minder makkelijk een vast contract. Daardoor wordt de drempel om te trouwen, een huis te kopen en kinderen te krijgen, hoger.”
Of de verschillen tussen seculiere en reformatorische jongeren de afgelopen jaren zijn afgenomen, kan Kroon niet met stelligheid zeggen. „Gezien de invloed die de cultuur nu heeft op jongeren kan ik me dat wel voorstellen. Ik denk dat de vraag vooral moet zijn wat wij daar als kerk tegenoverstellen.”
De tijdgeest gaat onder de huid van jongeren zitten, aldus jeugdwerkadviseur Steven Middelkoop (HHJO). Toch ziet hij nog veel reformatorische twintigers jong trouwen en vroeg kinderen krijgen. „Ze vormen daarin een tegencultuur. Mooi om te zien.”
Volgens Middelkoop maken jongeren zich zorgen over het leenstelsel en de financiële druk die dat geeft. „Daardoor hebben ze meer financieel bewustzijn dan bijvoorbeeld vijftien jaar geleden. Ik zie geen trend dat ze daardoor andere keuzes maken.”
De jeugdwerkadviseur benadrukt de taak die ouderen hebben. „Ik hoorde de afgelopen dagen bijvoorbeeld dat ouders hun kinderen renteloos geld lenen, zodat ze een huis kunnen kopen. Kijk hoe we de jongere generatie van middelen kunnen voorzien zodat ze een leven kunnen leven dat de Heere van hen vraagt.”