Waarom jongeren soms wel van lange preken houden
Jongeren bij de preek betrekken, hoe doe je dat? Uit onderzoek blijkt dat protestantse jongeren de zondagse preek vaak te abstract vinden. Maar soms willen ze wél een lange preek.
In IJsselmuiden werd maandag een studieochtend gehouden over jongeren en de preek. De bijeenkomst, die zo’n vijftig belangstellenden trok, was georganiseerd door de jongerenorganisaties JOP en HGJB in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), in samenwerking met de IZB (vereniging voor zending in Nederland).
Hart
JOP-medewerkster Nelleke Plomp deed in hervormd Sliedrecht een onderzoek naar de betrokkenheid van jongeren bij de preek. In haar toespraak gaf ze toelichting op enkele bevindingen en aanbevelingen in haar afstudeerscriptie. Volgens Plomp krijgt de combinatie preek en jongeren in de kerk de volle aandacht.
Uit haar onderzoek kwam naar voren dat er bij veel jongeren een verlangen bestaat naar een goede preek, mits die preek goed gestructureerd is en in concrete bewoordingen rechtstreeks het hart raakt.
De betrokkenheid van de jeugd bij de preek mag volgens Plomp niet enkel op het bordje van de predikant worden gelegd. Het gaat om een gezamenlijke opdracht van predikanten, kerkenraden, ouders, jeugdwerkleiders en de jongeren zelf.
Volgens Plomp dient er voor jongeren en adolescenten een belangrijke plek in de gemeente te worden ingeruimd. Ze moeten de gemeente als een „warme deken” ervaren, waar ze specifieke aandacht krijgen voor wat hen bezighoudt.
Ds. J. W. Sparreboom, predikant van de hervormde wijkgemeente in Sliedrecht waar het onderzoek van Plomp plaatsvond, deelde zijn ervaringen over hoe het onderzoek zijn kijk op jongeren in de gemeente had veranderd. Hij stemde in met de zienswijze de prediking als „participatie” op te vatten. Mede door het onderzoek van Plomp kwam er in binnen de Sliedrechtse hervormde gemeente meer aandacht voor de jongeren, aldus ds. Sparreboom.
Dr. C. M. A. van Ekris, predikant te Zeist en programmaleider van IZB Areopagus, zei dat de kracht van de prediking niet primair zit in de prediker –of die al dan niet aardig of toegankelijk is– maar in de ontsluiting van de Schriften, waarbij ook de gemeente een rol speelt. Ouders hebben de verantwoordelijkheid om thuis met jongeren over de preek te spreken. „Als jongeren een belang voelen bij het luisteren, dan is niets teveel – zelfs niet de lengte van de preek.”
Verantwoordelijkheid
Eline van Vreeswijk, teamleider catechese bij de HGJB, gaf een toelichting op de door de jongerenorganisatie ontwikkelde Solvat-methode. Die kan volgens haar helpen jongeren actief bij de preek te betrekken. De afkorting ”Solvat” staat voor de zes stappen: stil worden, ontvangen, lezen, vragen stellen, antwoorden en toepassen.
Eventuele „pijn en vermoeidheid” bij predikanten zou verzacht kunnen worden als ouders en gemeenteleden hun verantwoordelijkheden bij de geloofsinwijding van volgende generaties zouden verstaan, zo stelde de HGJB-medewerkster.