JBGG-jongeren denken na over Gods alwetendheid
Wie ben je? Hoe kijk je naar jezelf? En hoe ziet een ander jou? Bovenal: hoe ziet de Heere jou? Dit zijn heel persoonlijke vragen, die we onszelf en elkaar deze drie dagen zullen stellen.
Met deze woorden opende JBGG-staflid Bastiaan van der Kooij de eerste Tienerdriedaagse, een driedaagse tienerconferentie die van woensdag tot en met vrijdag duurt. Het thema is ”Who are you?” De Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG), die in voorgaande jaren tijdens de wintermaanden tienerconferenties organiseerden, komt nu met een nieuw evenement, de Tienerdriedaagse in de meivakantie. Dit initiatief, dat plaatsvindt in Austerlitz, blijkt in een behoefte te voorzien. Het maximumaantal van 35 deelnemers was al snel bereikt.
Efeze 2
Van der Kooij opende woensdagmiddag de conferentie. „In deze drie dagen trek je met leeftijdsgenoten op en leer je elkaar kennen. Je leert ook jezelf kennen. Wie ben jij tegenover jezelf? Wie ben je tegenover anderen? En vooral: wie ben je tegenover God?”, zo begon hij zijn Bijbelstudie over Efeze 2. „De mens is dood door de misdaden en de zonden. Hier in Efeze 2 wordt een inktzwart portret van de mens getekend. Herkennen jullie jezelf in dat schilderij? Of denk je dat het wel meevalt, omdat je ook nog wel een paar goede eigenschappen hebt en omdat je ook wel eens goede dingen doet?”
Van der Kooij wees vervolgens op de omslag die in Efeze 2 plaatsvindt. „Nadat de Heere in de eerste verzen duidelijk maakt wie wij zijn, laat Hij in het vierde vers weten Wie Hij Zelf is, Wie Hij is in Zijn rijkdom, genade en barmhartigheid.”
Psalm 139
In een Bijbelstudie over Psalm 139 behandelde Jaco Pons, jeugdwerkadviseur bij de JBGG, het thema ”Wie ben jij in het licht van de alwetendheid van God”. „Misschien denk je deze vraag gemakkelijk te kunnen beantwoorden met het noemen van je naam. Mogelijk weet je ook wel een paar aardige karaktereigenschappen van jezelf te noemen. Maar, weet je wie je écht bent? Een zondaar! De Bijbel zegt dat God jou ziet als zondaar!”
Jaco Pons wees erop dat de alwetendheid van God voor David geen schrikbeeld meer is. „Dat blijkt uit Psalm 139. Voor David is het juist een vertroostende gedachte dat de Heere alles van hem weet. David weet dat er een liefdesband bestaat tussen God en hem. De psalmist weet dat de Heere er in alle levensomstandigheden bij is. God kent zelfs de meest simpele dingen van iedere dag, ons gaan, ons zitten, ons liggen en ons opstaan. Wie net als David zó’n liefdesrelatie met God kent, vindt het een troost dat God alles weet. Zijn alwetendheid is dan niet schrikwekkend meer. David hoeft niet voor de Heere weg te kruipen, maar laat Hem vrijmoedig in zijn hart kijken.”
Twee soorten mensen
Volgens Pons is het een troostrijke gedachte dat God „dwars door je heen kijkt. Temidden van miljoenen mensen kent Hij iedereen afzonderlijk, jou ook, tot in de finesses.
Hoe verschillend mensen ook kunnen zijn, uiteindelijk zijn er volgens Psalm 1 maar twee soorten mensen: zij die willen leven tot Gods eer, én zij die hun eigen gang willen blijven gaan.”