Mannen, vraag voor vrouwen lintje aan
Bij de jaarlijkse lintjesregen komen vrouwen er nog altijd bekaaid af. Dat kan veranderen. Mannen moeten er dan wel wat voor doen.
Couplet 1 en 6 van het Wilhelmus werden gezongen bij de uitreiking van de Koninklijke Onderscheidingen afgelopen vrijdag in Apeldoorn. „Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God, mijn Heer.” Prachtig. Mijn echtgenote Jorien kreeg een lintje: Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Dit vanwege ruim 25 jaar vrijwilligerswerk voor de (kinder)evangelisatie vanuit onze kerkelijke gemeente in Apeldoorn. Mooi dat de aardse koning op deze manier het werk in Gods Koninkrijk waardeert. Soli Deo Gloria!
Thuis bekeken we het fraaie kruis aan het oranje lint nog eens goed. Draaiden het om. En tot onze verrassing staat er op de achterkant in gouden letters: ”God zij met ons”. Over evangelisatie gesproken.
Landelijk
Bijna 3000 lintjes werden er dit jaar tijdens de jaarlijkse lintjesregen opgespeld. De overgrote meerderheid werd Lid in de Orde van Oranje-Nassau, in rang de laagste onderscheiding. In onze woonplaats Apeldoorn kregen achttien personen een onderscheiding: dertien mannen en vijf vrouwen. De oudste is 84 jaar, de jongste 57.
Apeldoorn is een afspiegeling van het landelijke beeld; 65 procent van de gedecoreerden is een heer. Van de 2882 lintjes die dit jaar zijn uitgereikt, gingen er volgens de Kanselarij der Nederlandse Orden, die over de lintjes gaat, 1010 naar vrouwen (35,05 procent) en 1872 naar mannen (64,95 procent). Vorig jaar lagen de verhoudingen nagenoeg hetzelfde. De dames zijn wel aan een opmars bezig; in 2003 kregen ‘maar’ 816 vrouwen een lintje.
Op de vraag hoe het kan dat de verhoudingen zo scheef zijn, zei Petra van Wingerden-Boers, waarnemend burgemeester van Apeldoorn, na de uitreiking: „Wij vrouwen treden niet zo op de voorgrond.”
Kans
Dat mag zo zijn, maar wat een prachtige kans ligt hier voor christelijk Nederland. Want het overgrote deel van de onderscheidingen tijdens de lintjesregen wordt uitgereikt vanwege vrijwilligerswerk. Dus hoef je niet op de voorgrond te treden om in het zonnetje te worden gezet. Vele duizenden vrouwen doen vrijwilligerswerk in de kerk, als mantelzorger, in het bejaardenhuis, bij de Voedselbank, voor vluchtelingen, als buurthulp. Ze slepen vaker met collectebussen dan mannen en doen meer dan heren boodschappen voor bejaarden. Gaan vaker mee met vakantieweken voor gehandicapten en zijn meer betrokken bij christelijke jeugdkoren.
Buiten de schijnwerpers van media en politiek, waar mannen veelal de boventoon voeren, doen de dames in stilte hun werk. Over een beloning willen ze absoluut niet praten. „Dit werk doe je toch gewoon?” Maar als het „Zijne Majesteit heeft behaagd”, is dat een waardering die verder gaat dan voor die ene persoon. Vrijwilligers zijn het cement van de samenleving.
Zonder inzet van vrijwilligers gaat het niet in Nederland. Het Centraal Bureau voor de Statistiek becijferde eens dat meer dan de helft van de Nederlanders zich op een of andere manier inzet als vrijwilliger. Bij sportverenigingen zijn de mannen in de meerderheid, bij vele andere organisaties de vrouwen.
Voorbeeldfunctie
Wat kan christelijk Nederland, of wat smaller: de gereformeerde gezindte, hier een mooie voorbeeldfunctie hebben. Iedere kerkelijke gemeente heeft vrouwen die een lintje verdienen. Sara’s, Esthers en Maria’s die God wil gebruiken in Zijn Koninkrijk. Prachtig als ze dan op deze manier waardering krijgen voor de vele, vele uren vrijwilligerswerk. Mooie taak voor kerkenraden (over mannen gesproken…) om in dezen het initiatief te nemen. De overheid biedt de gelegenheid. Grijp die kans. Want dat mag ook wel eens worden gezegd: terwijl seculiere partijen er alles aan doen om de laatste restjes christelijkheid in Nederland op te ruimen, staat het decoratiestelsel als een huis. Zingen we bij de uitreiking het zesde couplet van ons volkslied en dragen de gedecoreerden een prachtige tekst op hun borst.
Bij de herziening van het decoratiestelsel in 1994 werd gesteld dat er „een evenwichtige spreiding moet zijn over alle lagen van de bevolking” en dat er „meer waardering moest komen voor vrouwen, het vrijwilligerswerk en minderheidsgroeperingen.” Nog vorig jaar riep de Kanselarij van de Nederlandse Orden mensen op om meer vrouwen en mensen met een migratieachtergrond voor te dragen. Voor de man-vrouwverhouding had dat dit jaar nauwelijks effect. Laat dat volgend jaar anders zijn. Pak de handschoen op. Mannen (en vrouwen) in kerkelijk Nederland, aan het werk! Kijk om u heen en draag vrouwen voor. Zo moeilijk is dat niet. En niet uitstellen, maar nu actie ondernemen, want voor de lintjesregen van april 2020 moeten de aanvragen voor komende zomer worden ingediend. Op lintjes.nl staat hoe het moet.
De auteur is freelance journalist.