„Missie in Mali voorkomt erger”
Op 1 mei komt er een einde aan de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in Mali (Minusma). De vijf jaar durende uitzending was in de woorden van premier Mark Rutte geen „eclatant succes”, maar erger is voorkomen.
Mali gold als een baken van stabiliteit tot het in 2012 misging. Toen namen jihadisten en Touareg-rebellen het noorden in. Oud-kolonisator Frankrijk greep in en de VN-Veiligheidsraad besloot daarop een stabilisatiemacht te sturen.
Het was de PvdA die zich sterk maakte voor de missie in West-Afrika. Coalitiepartner VVD zat niet te springen. Dat er in 2013 een einde kwam aan de missie in het Afghaanse Kunduz maakte het makkelijker voor de VVD om mee te gaan.
Nederland stuurde commando’s om informatie te verzamelen. Er gingen Apache-gevechtshelikopters, Chinook-transporthelikopters en een groot aantal voertuigen mee. Meer dan 450 militairen werden gelegerd in Gao in Noord-Mali.
In 2016 werd de bijdrage aan Minusma verlengd. Wel besloot het kabinet - tegen de zin van de VN - de helikopters terug te trekken. De vliegers oefenden te weinig door de missie. Ook eisten de klimatologische omstandigheden veel van het materieel.
De missie legde ook pijnlijk de problemen van Defensie bloot. Een dodelijk mortierongeval in Kidal waarbij twee militairen omkwamen in 2016, resulteerde in een keihard rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV).
„Het onderzoek toont aan dat bij de missie in Mali risico’s onvoldoende werden verkend of werden weggeredeneerd”, aldus de OVV. Hij constateerde „ernstige tekortkomingen in de zorg voor de veiligheid van Nederlandse militairen tijdens de missie”.
Ook de Algemene Rekenkamer zag in een onderzoek dat militairen in Mali kampten met een gebrek aan materieel en onvoldoende waren getraind. Alleen door te improviseren lukte het de militairen de missie draaiende te houden.
Het OVV-onderzoek leidde tot het aftreden van minister Jeanine Hennis en de hoogste bevelhebber, generaal Tom Middendorp. Zijn opvolger, Rob Bauer, maakte bij zijn aantreden duidelijk nee te zullen zeggen tegen de politiek als het leger niet klaar is voor een missie.
Zonder ingrijpen van de Verenigde Naties was er mogelijk een islamitisch kalifaat in Mali gevestigd, zei Rutte toen hij de terugtrekking uit Mali vorig jaar juni bekendmaakte. „Dat was het plan van de opstandelingen. Dat is niet gebeurd.”
Intussen is Minusma wel de bloedigste missie van de VN met al tweehonderd gesneuvelde blauwhelmen. Jihadisten krijgen vaste voet aan grond in Noord- en Centraal-Mali. En ook in buurlanden Niger in Burkina Faso slaan ze toe.