De officier van justitie sprak voor de rechtbank in Rotterdam van een brutale en kwalijke zaak en had even daarvoor een half jaar cel geëist. De rechtbank besloot meteen uitspraak te doen. De raadsvrouw van de verdachte vindt de straf veel te hoog en gaat in hoger beroep, ook gezien de omstandigheden van haar cliënt.

Verdachte Abdoullah T. pakte die 28e december zijn spulletjes in de vuilniszak in, omdat hij na 2,5 jaar celstraf naar huis mocht. Op dat moment kwam de medegevangene zijn cel binnen, een oud-buurjongen die hij vanaf de basisschool kende. Deze Karim wilde weg uit de Schie, omdat hij met de dood zou worden bedreigd door andere gevangenen. Hij kroop in de blauwe vuilniszak op een transportkarretje en kon zo wegkomen. De gevangenis verzuimde de spullen bij de uitgang te controleren.

T. zei dat hij zich overvallen voelde door het plotselinge verzoek van zijn maatje om weg te komen. Karim had bovendien tegen hem gezegd dat het niet strafbaar was om te helpen, maar de verdachte „voelde zich achteraf genaaid”, omdat dit wel het geval bleek. T. vindt het niet om te lachen dat er zoveel media-aandacht is voor de ontsnapping. Hij baalde ervan. T. zat vaker vast en heeft een strafblad van 27 pagina’s wegens diefstallen en inbraken.

Zijn advocate bepleitte ontslag van rechtsvervolging. Volgens haar wist T. echt niet dat wat hij deed strafbaar was. Ook sprak ze van overmacht, omdat T. psychisch onder druk stond om Karim te helpen. Anders vond ze een voorwaardelijke straf meer dan genoeg. De raadsvrouw vindt het idioot dat niemand het heeft over de fout van de gevangenis.

De rechtbank sprak van een ernstig feit en gaat ervan uit dat T. wél wist dat het niet mocht. Hij heeft een verkeerde keuze gemaakt door Karim te helpen ontvluchten. De verdachte had de bedreigingen ook bij de bewaarders kunnen melden, aldus het vonnis.

T. meldde zichzelf op 22 januari bij de politie . De voortvluchtige Karim werd op 18 februari opgepakt en zit nu de rest van zijn straf uit.