Opinie

Willem van Oranje was een groot man, maar geen heilige

Koning Willem-Alexander stamt in de vrouwelijke lijn af van de prins naar wie hij is vernoemd. Aan hem hebben we te danken dat het huidige koningshuis en indirect het Oranjegevoel zo belangrijk zijn voor onze identiteit. Wie was Willem van Oranje?

Dr. Ronald de Graaf
26 April 2019 10:02Gewijzigd op 16 November 2020 15:52
Privégeloofsuitingen van Willem van Oranje laten zien hoe vroomheid en oprechtheid zijn leven lang elkaar afwisselden. Foto: ruiterstandbeeld van de prins in Den Haag. beeld iStock
Privégeloofsuitingen van Willem van Oranje laten zien hoe vroomheid en oprechtheid zijn leven lang elkaar afwisselden. Foto: ruiterstandbeeld van de prins in Den Haag. beeld iStock

Oranje vind ik een groot man. Niet alleen heldhaftig, maar ook belangrijk als militair, revolutionair en politicus. Historici hebben echter in de vorige eeuw weinig anders gedaan dan Oranje en zijn reputatie door het slijk halen. Hij was eerst een oorlogsophitser, toen een egoïst die zijn bezit terug wilde, daarna een opportunist die met huurlingen ons land bezette en vervolgens zelfs de aanstichter van genocide in Brabant en Overijssel.

Zijn aandeel in de totstandkoming van de moderne verhouding tussen vorst en onderdanen en tussen koningshuis en Staten-Generaal, en ook in het bestaan van Nederland als land en in de gewetens- en geloofsvrijheid, wordt daarentegen niet snel overschat.

Oranje streed voor zijn idealen en betaalde een hoge prijs: hard werken, eenzaam zijn aan de top, de hoogste lof, maar ook de felste kritiek en verwijten. Zijn zoon werd gegijzeld en in de oorlog verloor hij drie broers op het slagveld, evenals het familiekapitaal. Als militair was hij dapper en ging hij het geweld niet uit de weg, maar de verwijten dat hij oorlogsmisdaden zou hebben begaan, kloppen niet.

Behalve idealist was hij ook pragmaticus. Hem werd tweemaal een voorstel gedaan om belangrijke vijanden te vermoorden en hij had daar geen bezwaar tegen (beide aanslagen mislukten). Als politicus had hij iets ongrijpbaars, hij was meer verzwijger dan zwijger. Hij was empathisch en maakte daarvan gebruik.

Toch was hij bereid om risico’s te lopen. Dat blijkt uit de beroemde oudejaarsrede, de Apologie, en de vele pamfletten. Dit maakte hem tot vijand nummer één van Alva, Granvelle en Filips. Zelfs in de ”Ban by den conink van Spangien gedaen tegen den prince van Orangien” uit 1580 erkende Filips dat Oranje „was begonnen met de invoer van gewetensvrijheid”. Dat had de religie echter alleen maar „confuus” gemaakt. Van deze ban naar de moord in Delft loopt een rechte lijn.

Erasmus

Van het geloofsleven op de Dillenburg moet niet een te idyllisch beeld worden gemaakt. Ogenschijnlijk stonden vader en moeder op één lijn en werd Willem van Oranje vroom en luthers opgevoed. Maar zijn vader deed er alles aan om zijn erfenis te redden en was zelfs bereid om de wapens op te nemen tegen zijn geloofsbroeders, de Schmalkaldische vorsten.

Toen een nog grotere erfenis lonkte voor zoon Oranje, op voorwaarde dat hij katholiek zou worden en verder in Brussel werd opgevoed, woog dat zwaarder dan het lutherse geloof. Waarschijnlijk had dit besluit de vredige rust op de Dillenburg verstoord.

Juliana was niet alleen zeer vroom (haar brieven gingen over vrijwel niets anders), maar ook zeer rechtlijnig. Toen Oranjes eerste vrouw, van wie hij bijzonder veel had gehouden, stierf, wilde ze dat hij niet naar haar begrafenis zou gaan, omdat die katholiek was. Volgens mij leerde Oranje een levensles van zijn vader: soms moet je van kerk veranderen, maar dat wil niet zeggen dat daarmee het geloof minder belangrijk is.

Dat deed Oranje: hij werd op het juiste moment van luthers rooms-katholiek en van rooms-katholiek weer luthers en van luthers, via een avondmaalsviering met de gereformeerden in de Grote Kerk in Dordrecht in 1573, calvinistisch. Politiek was hij beïnvloed door Erasmus en calvinisten als Viret, Junius, Taffin en Villiers. Het is goed mogelijk dat nadere studie laat zien dat zijn overtuiging ook meebewoog op deze wisselingen, maar het is mij eerlijk gezegd niet opgevallen.

Diep geloof

Maar was hij daarom onoprecht? Integendeel. Zijn privégeloofsuitingen laten zien hoe vroomheid en oprechtheid zijn leven lang elkaar afwisselden. In de oudst bewaarde brief (1549) schreef hij: „Ik en mijn neven zijn, lof zij God, in goede doen. Ik hoop dat je komende zomer in de gelegenheid bent om te komen, want dan wil ik met u naar de paardenrennen.”

En om een sprong te maken naar zijn laatste woorden uit 1584: ook die getuigen van een diep geloof. Of hij ze wel of niet heeft gezegd, maakt niet uit: dit is wat hij gezegd had als hij de kans had gekregen. Al in 1580 had hij in een brief aan een Duitse kolonel geschreven over zijn strijd „voor dit arme volk” (pour ce pauvre peuple) om de vrijheid van geweten.

Hoe diep Oranjes geloof zat, bleek uit de moordaanslag van Jaurequi in Antwerpen. Na enige tijd verslechterde zijn toestand en brak een belangrijke ader. Het bloeden wilde maar niet stoppen en predikant De Villiers werd erbij geroepen. Oranje riep: „De genade, meneer de Villiers, beste vriend, de genade is mijn redding en niets anders!”

Huwelijksdrama

Oranje was geen heilige. Kort na het overlijden van zijn eerste vrouw verloor hij zichzelf in seksuele avonturen. Er werd een bastaard geboren en wie zijn moeder was, is onbekend.

Zijn vriend en zwager Günther zegt, als Oranje is hertrouwd: „Ik hoop dat je Barbara van Lier en anderen niet meer bezoekt.” Blijkbaar was Günther er niet gerust op.

Oranje bleef in de jaren zestig inderdaad flirten. Het huwelijk met Anna van Saksen eindigde in een drama. Toen hij in 1575 met Charlotte van Bourbon wilde trouwen, leefde zij nog en was hij formeel niet van haar gescheiden. Hij bedacht een procedure om met haar te kunnen trouwen door de situatie voor te leggen aan vijf predikanten, want de roddels en verwijten waren niet van de lucht. Het vijftal stelde hem in het gelijk. Oranje vatte de zaak tegenover zijn broer Jan luchtig op: „God heeft mij een beetje de overtuiging gegeven om mij geen zorgen te maken om woorden of bedreigingen als ik iets geheel doe volgens mijn geweten. (…) Tot mijn grote spijt leef ik al te lang als weduwnaar.” Dit alles maakt Oranje menselijker.

Roeier

In zijn calvinistische levensfase droeg hij niet de opzichtige kleding die hij als jongeman aan het Brusselse hof had gedragen, maar zulke sobere kleding, dat Engelse bezoekers in Delft niet wisten wat ze zagen: hij leek wel een roeier op de Thames. Daarmee werd wel een toon gezet. In de republiek waren paleizen als Buckingham en Versailles uit den boze.

Hoewel koning Willem-Alexander niet direct de uitstraling van een roeier heeft, zijn hij en koningin Máxima toch ook wel een voorbeeld van ”doe maar gewoon”.

De auteur is werkzaam op de CHE en auteur van ”De prins. Willem van Oranje, 1533-1584”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer