Vragenronde (2)
*
Ouderling M. van Heijningen (Dorkwerd) erkent dat er niemand tegen de samenwerking van christelijke organisaties kan zijn. „Maar is het daarvoor nodig om samen in een gebouw te zitten? Als het nu niet werkt, waarom zou dat dan in de toekomst wel zo zijn?” Die vraag stelt ook diaken J. C. van der Kroon (Heemstede).
Ouderling van Heijningen stelt voor om de huisvesting meer te spreiden. „Vanuit het noorden is alles ver weg, maar men ervaart dat de kerk steeds verder bij de mensen vandaan komt te staan.” Die ervaring heeft ook ouderling J. Kos (Oisterwijk). „Veel mensen vinden de afstand tot Utrecht heel groot en hebben het idee dat die organisatie heel veel geld kost. Laten we ervoor zorgen dat er geen extra geld naartoe hoeft te gaan.”
-Ouderling A. Vermeer (Barneveld) plaatst een paar kanttekeningen, omdat hij „grote zorgen heeft” hoe dit plan kan worden vormgegeven in een kleiner wordende kerkgemeenschap.”
-Ouderling P. Goudkamp (Abcoude) heeft uit de notulen informatie over de financiële component gehaald. Hij is niet tevreden over de manier waarop de notulen beschikbaar worden gesteld voor de synodeleden. Dat is een terugkerend probleem.
Ds. J. P. E. Breure (Voorthuizen) wil graag weten hoe de keuze voor organisaties waarmee wordt samengewerkt, tot stand komt.
Ouderling H. Boersma (Foudgum) laat een kritisch geluid horen: „We moesten als kerk krimpen, bijvoorbeeld van 75 naar 11 classes. Maar nu proberen we iets op te zetten wat onduidelijk is.”
Ds. M. van Dam (Baarn), de laatste spreker, geeft aan dat hij de toon van de synode rondom de financiën „wel wat eenzijdig” vindt. „Het gaat hier ook om een investering.”
Na de vragenronde schorst de (technisch) voorzitter de vergadering voor enkele minuten.