Economie

De zoete zang van zuigen en knorren

Het boerenleven is voor Nieske Neimeijer het ultieme bestaan. Samen met collega Daniëlle en een aantal stagiaires verzorgt ze haar trots: varkens die in Heino een heerlijk leven leiden. „Een dier dat goed in z’n vel zit, levert ook goed vlees op.”

23 April 2019 20:18Gewijzigd op 16 November 2020 15:50
Een van de charmes van de varkenshouderij is voor Nieske Neimeijer het speelse van de biggen. beeld Sjaak Verboom
Een van de charmes van de varkenshouderij is voor Nieske Neimeijer het speelse van de biggen. beeld Sjaak Verboom

Het varkensveld naast de boerderij van Jeroen en Nieske Neimeijer doet meer denken aan een net aangelegde moestuin. De witte biggen, begeleid door een zwarte zeug, zien eruit of ze net op 90 graden zijn gewassen. Met het ven in het weiland ernaast won Nieske (35) in 2014 de prijs voor de mooiste modderpoel van Nederland. De varkensboerin uit Heino nam voor de gelegenheid plaats naast de dieren in de poel. Het leverde bijzondere foto’s op.

In het voorste hok van de kraamstal is een zeug aan het werpen. Er zijn al acht biggen uit, als het goed is volgen er nog een stuk of zes. De volgende stal is voor de dragende zeugen. „Hier liggen ze van het moment dat ze gedekt zijn tot een week voor het werpen”, vertelt Nieske. „Als ze willen, kunnen ze naar buiten. In de zomer staat het hek open. Dan kunnen ze ook naar het weiland en de modderpoel.”

Elke vier weken komt de ‘scanner’ langs, iemand die met een echoscoop controleert of de geïnsemineerde zeugen drachtig zijn. „Vanaf de derde week kun je met het apparaat zien of het dier drachtig is.” Zodra de jonge biggen gespeend zijn, worden ze verplaatst naar een eigen stal en gaat moeder weer naar de dekstal. Voor de volgende cyclus.

Erkend biologisch

De varkensboerin groeide op in het kale land buiten Kampen, waar haar vader een melkveebedrijf heeft. Na de middelbare school ging ze naar de hogere landbouwschool in Dronten. Niet omdat ze zo nodig boerin moest worden, maar omdat ze niets wist wat ze wél wilde. „Ik hield van het buitenleven; het werk op de boerderij deed ik meer plichtmatig. Het was vanzelfsprekend dat je meehielp.”

In Dronten verzorgde ze op het praktijkbedrijf varkens, schapen en kippen. „Tot die tijd had ik nog nooit een varken van dichtbij gezien.” Ze leerde er ook Jeroen Neimeijer kennen, zoon van een varkensboer in Heino. Na de studie stichtte hij met een compagnon een uitzendbureau voor agrarisch personeel. „Ik belandde bij hen op kantoor, maar dat was geen werk dat bij me paste.”

Bertus en Annie, de ouders van Jeroen, verdienden de kost met 240 fokzeugen en 750 vleesvarkens. In 2012 namen Jeroen en Nieske de onderneming over; Nieske ging het boerenwerk doen. Het aantal fokzeugen werd teruggebracht naar 72, het aantal vleesvarkens naar 600. „Sinds 2013 zijn we een erkend biologisch bedrijf. Alle biggen fokken we zelf op tot het slachtgewicht van 120 kilo. De nieuwe fokzeugen komen van geselecteerde zeugen die ik insemineer met sperma van een ras met goede moedereigenschappen.”

Stagiairs

Begin 2018 verkocht Jeroen zijn deel van het uitzendbureau aan de compagnon. Hij is nu druk met alle administratieve en logistieke taken op het bedrijf en zijn werk als gemeenteraadslid. De arbeid in de stal laat hij met genoegen aan Nieske over. Ze wordt geassisteerd door Daniëlle, die vijf jaar geleden stage kwam lopen op het bedrijf. „Ze is niet meer weggegaan.”

De twee boerinnen proberen hun liefde voor het vak over te dragen op nieuwe stagiairs. „We krijgen vooral ‘cavia-aaiers’, vrouwelijke studenten die graag met kleine huisdieren werken. In het begin gaan ze zo ook met de varkens om. Ik vind het mooi als ik zie hoe ze zich hier ontwikkelen.”

Insemineren

Om de veertien dagen worden er zes zeugen geïnsemineerd, krijgen er zes zeugen biggen en levert Nieske 65 varkens af aan de biologische slachterij en slagerij De Groene Weg. Met behulp van beer Eddie bepaalt de boerin welke zeugen in de vruchtbare periode zitten. „Twee keer per dag breng ik de beer naar die zeugen om door neuscontact de berigheid zo optimaal mogelijk te krijgen. Het moment van insemineren is cruciaal.”

De werkdag begint voor de varkensboerin in de vroege morgen. „Uiterlijk zes uur. We starten met het uitmesten van de kraamstal: het vieze stro weg en schoon stro erin. De stal van de vleesvarkens mesten we om de dag uit. Van de vleesvarkens gaan we naar de gespeende biggen.”

Dierenwelzijn staat bij de bevlogen boerin hoog in het vaandel. „We hebben de huisvesting aangepast en zijn steeds meer vanuit de dieren gaan denken. Wat vinden ze fijn en hoe houden we ze op een natuurlijke manier gezond?” Het kost haar geen moeite om volgroeide dieren af te leveren voor de slacht. „Daar doe ik het voor. Ik streef naar een hoge kwaliteit vlees. Dat bereik je door de dieren een goed leven te bieden.”

Speels

De charme van varkens is voor de boerin uit Heino de speelsheid en nieuwsgierigheid van de dieren. „Ik geniet ook van het effect van mijn werk. Door de zorg en aandacht die we de jonge biggen geven, ken je ze na een week al niet meer terug. Ik doe het echt samen met de moeder, die we zo goed mogelijk verzorgen. Op het moment dat zo’n zeug gaat zogen, begint ze te knorren. Al die biggen draven dan naar haar toe en beginnen te drinken. Dat geknor en gezuig geeft een geweldig kabaal, maar mij klinkt het als muziek in de oren.”

Een klein deel van het vlees verkopen de Neimeijers zelf, onder de naam Neimeijers 4 Jaargetijden Vlees. Via een winkel in Zwolle wil Jeroen dat aandeel vergroten. Een slager uit Heino verwerkt de geslachte dieren op locatie. „Jeroen wil ook ons eigen voer gaan verbouwen. Hij is echt de ondernemer; ik ben zijn bedrijfsleider.”

Improviseren

Zo nu en dan ontvangt ze groepen, van werknemers die een agrarisch bedrijfsuitje hebben georganiseerd tot schoolklassen. Tussen alle bedrijven door moet ze ook nog voor haar eigen kroost zorgen. „Vanmorgen begon ik om vijf uur met schoonspuiten, zeven uur zaten we aan tafel, na het eten heb ik Jasper naar school gebracht. Het werk op het bedrijf en de zorg voor het gezin lopen door elkaar. Gelukkig is Jeroen nu vaker thuis, dus ik hoef minder te improviseren dan voorheen.”

Ze beschouwt zichzelf niet als boegbeeld van de vrouwelijke varkensboeren. Wel als voorvechter van de biologische varkenshouderij. „We schakelden over om het bedrijf toekomstbestendig te maken. Als je eenmaal biologisch werkt, ontdek je dat er nog veel meer mogelijk is dan wat wordt voorgeschreven. Ik ben behoorlijk perfectionistisch, dus het is bij mij niet snel goed.” Met Wakker Dier, de schrik van menige boer, heeft ze een goede band. „Die stichting is soms een beetje kortzichtig, maar bevordert wel het welzijn van dieren. Dat waardeer ik positief.”

Als het werk gedaan is, klimt ze graag op de sportfiets. „In de zomermaanden doe ik dat met een groepje vrouwen. Dan maken we ’s avonds een rondje van zo’n 65 kilometer. Afgelopen zaterdag heb ik in m’n eentje 100 kilometer weggetrapt. Soms vind ik het heerlijk om even te knallen, zonder anderen erbij. Van de vrijheid genieten, dat past bij mij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer