Randstad weerstaat terugval auto-industrie
Uitzender Randstad heeft de opbrengsten in het eerste kwartaal van het jaar zien groeien, ondanks een duidelijke daling van de omzet in Duitsland. De mindere prestatie van de Duitse auto-industrie zorgden er mede voor dat de omzet bij de oosterburen met een tiende daalde.
Duitsland is doorgaans goed voor 8 tot 9 procent van de totale omzet van de uitzender. Van die opbrengsten is weer 70 procent gerelateerd aan de omvangrijke auto-industrie. Die sector kampte de voorbije maanden met de mindere economische prestaties en regeldruk. Dat effect ijlt volgens topman Jacques van den Broek ook in tweede kwartaal van dit jaar nog na.
Evengoed was de bestuurder tevreden, ook over Duitsland, omdat Randstad er in slaagde het beter te doen dan de markt en ook beter dan waar kenners in doorsnee op rekenden. De uitzender zette voor ruim 5,7 miljard euro aan opbrengsten in de boeken. Dat is 1 procent meer dan een jaar eerder. De operationele winst groeide tot 188 miljoen euro, van 180 miljoen euro een jaar eerder. Onder de streep resteerde een resultaat van 133 miljoen euro, 3 miljoen euro meer dan vorig jaar.
In Noord-Amerika steeg de omzet per werkdag met 2 procent. Dat was vooral te danken aan de Verenigde Staten, waar sprake was van een stabiel resultaat. Inspanningen om het eerder overgenomen Monster te stroomlijnen betaalden zich volgens Van den Broek uit. „Je wilt altijd meer, maar ik ben ook hier niet ontevreden over.”
In Canada daalde de opbrengst per werkdag met 2 procent. Verder werd de eerdere krimp in Zuid-Europese landen een halt toegeroepen. Onder meer in Frankrijk, Spanje en Italië was sprake van groei. In Nederland stond een plusje van 1 procent.
Randstad merkt verder op dat in veel sectoren nog altijd sprake is van krapte. Dit vertaalt zich volgens het bedrijf ook in hogere lonen voor werknemers, welke worden doorberekend aan klanten. In het derde kwartaal van vorig jaar was sprake van een gemiddelde loongroei met 2,2 procent. Dat betekende de grootste loonstijging in negen jaar tijd. Volgens Van den Broek blijft die trend zich voorlopig doorzetten.