Staking raakt Ahold Delhaize in portemonnee
Ahold Delhaize voelt de stakingen bij zijn Noord-Amerikaanse dochterbedrijf Stop & Shop in de portemonnee. Het Nederlands-Belgische supermarktconcern rekent nu op een „iets lagere” operationele marge in 2019 ten opzichte van een jaar eerder. Ook de groei van de winst per aandeel werd naar beneden bijgesteld.
Het bedrijf kwam met die mededeling bij de bekendmaking van een voorlopige overeenkomst met de bonden die een einde moet maken aan de stakingen. Daardoor kunnen 31.000 medewerkers van de 246 betrokken winkels in het noordoosten van de VS weer aan de slag. In totaal heeft het moederbedrijf van onder meer het Nederlandse Albert Heijn en Bol.com daar 415 vestigingen.
De stakingen bij winkels in de regio New England duurden elf dagen en leverden een omzetverlies van 200 miljoen dollar op. De acties waren gericht tegen plannen van Ahold Delhaize om nieuwe werknemers bij de winkels andere arbeidsvoorwaarden te geven. Zo’n tweedeling onder het personeel schoot de bonden in het verkeerde keelgat. De stakingen konden op steun rekenen van meerdere Democratische presidentskandidaten.
De acties nemen eenmalig een hap van 90 miljoen tot 110 miljoen dollar uit de operationele winst. Dat komt onder meer door gederfde inkomsten, bederfelijke waar die verloren is gegaan en extra logistieke kosten. De gevolgen van het akkoord met de bonden voor de loonkosten worden volgende maand bekendgemaakt.
Ahold Delhaize komt dan ook met zijn resultaten over het eerste kwartaal. Het bedrijf liet weten dat de stakingen geen impact hebben op de resultaten van dat kwartaal en dat de eerste drie maanden van 2019 in lijn met de verwachtingen waren.
In een toelichting tegenover analisten liet het bestuur van Ahold Delhaize weten mogelijk het mes te zetten in sommige geplande investeringen. De bonden stemmen naar verwachting binnen een week in met het voorlopige akkoord.