Beeldverhaal over Notre-Dame: Pasen tussen puinhopen
Het was een kerk van niks. Een rechttoe-rechtaan gebouw, gemaakt om veel mensen te herbergen – functioneel, maar zeker geen toeristische attractie. Tijdens een dienst op Witte Donderdag stortte het dak van een Pinksterkerk in de Zuid-Afrikaanse plaats Dlangubo, ten noorden van Durban, in. Zeker dertien mensen kwamen om het leven, nog eens zestien raakten gewond. De oorzaak wordt gezocht in zware regenval. Het zal zondage een vreemde Pasen geweest zijn, in Dlangubo.
Eerder die week haalde een brand in een andere kerk, in Parijs, wereldwijd de voorpagina’s en was het een groot thema in de nieuwsrubrieken op radio en televisie. Dat was een kerk van alles, eentje uit duizenden. Toen de brand in de Notre-Dame uitbrak, was een dienst net afgelopen en vielen er gelukkig geen slachtoffers.
Het zal ook in Parijs een vreemde Pasen zijn geweest, zonder diensten met de mooiste muziek en met de aartsbisschop zelf als voorganger in de Notre-Dame. Parijse kerkgangers moesten uitwijken naar andere kerken, ook niet de minste.
Misschien komt er een tijdelijke houten kerk, op het plein voor de Notre-Dame, om dienst te doen in de jaren van de restauratie. Misschien kan daar volgend jaar weer Pasen worden gevierd. Maar in Dlangubo, hoe gaan ze het daar doen? Die onder het puin bedolven mensen komen nooit meer terug.
Als het zondag geen Pasen was.