’Ongewenst tenenlikken strafbaar maken’
Ongewenst tenenlikken en gelijksoortig wangedrag moet kunnen worden bestraft. De PvdA–Kamerfractie vindt dat de aanpak van dergelijk „onsmakelijk gedrag" via het Wetboek van Strafrecht mogelijk moet zijn.
Deze week hield de politie in Rotterdam een man aan, omdat hij voeten van vrouwen die in een park liggen te zonnen, op een onverhoeds moment begint te likken. De man is vrijgelaten, omdat zijn gedrag wettelijk gezien niet strafbaar is.
„Het is een inbreuk op iemands privacy en lichamelijke integriteit", zei PvdA–Kamerlid Van Heemst vrijdag. Dat iemand die een sigarettenpeuk of blikje weggooit wél strafrechtelijk vervolgd kan worden, kan hij hiermee niet rijmen. Wangedrag als het ongewenst tenenlikken of billenknijpen wordt wat Van Heemst en zijn partijgenoot Wolfsen betreft, strafbaar. „De norm daarbij is dat niemand aan je lichaam hoort te komen als je daar niet om gevraagd hebt."
Van Heemst en Wolfsen hebben de kwestie via schriftelijke vragen aangekaart bij minister Donner van Justitie.
De Rotterdamse advocaat F. van Ardenne meent dat het Wetboek van Strafrecht wél ruimte biedt om tenenlikken te bestraffen. Hij wijst op artikel 239, dat over schennis van de eerbaarheid gaat. Bij overtreding van dit artikel gaat het „om handelingen die onder de omstandigheden waaronder zij worden verricht, oneerbaar zijn". Ook moet het om gedrag gaan dat de algemene publieke moraal aanstoot geeft.
„Dat lijkt me bij de tenenlikker van toepassing", aldus Van Ardenne. „Het gedrag is oneerbaar. Tenenlikken lijkt me ook iets wat we met elkaar niet willen. Dat blijkt wel uit de Kamervragen."