Geloof in Hem
Klaagliederen 3:58.
„Heere! gij hebt de twistzaken mijner ziel getwist, Gij hebt mijn leven verlost.”
U moet geloven. De tekst eist het, uw toestand verlangt het en u bent het duur verplicht, indien u waarlijk Christus wenst te verheerlijken. Dit is de weg waarin u de afloop van uw rechtszaak zult verhaasten, want het geloof schrikt de duivel af, behaagt God en zal u helpen om het lied der kerk te zingen: „Heere! gij hebt de twistzaken van mijn ziel getwist, Gij hebt mijn leven verlost.”
Hoor Hem zeggen: „Alzo zegt uw Heere, de Heere en uw God, Die Zijns volks zaak twisten zal: Zie, Ik neem de beker der zwijmeling van uw hand, de droesem van de beker Mijner grimmigheid; gij zult die voortaan niet meer drinken” (Jes. 51:22).
Ik spreek hier niet over de lieflijkheid van Christus’ natuur, maar over de heerlijkheid van Zijn ambten en wel inzonderheid over Zijn pleit-ambt, dat Hij, als een advocaat voor Zijn cliënt, voor ons moet vervullen in de tegenwoordigheid Gods. De liefde kan bestaan waar geen ambt is, en waar geen macht bestaat om ons goed te doen, maar waar liefde en ambt gelijktijdig aanwezig zijn, zoals in Christus, daar zullen deze twee zich met elkaar verenigen om de gevallen christen goed te doen. Zo spreken wij hier over het ambt van deze beminnelijke Heiland.
John Bunyan, voorganger te Bedford (”Preek over 1 Johannes 2:1, 1885)