Opinie

Debat over zorgkosten moet behalve over de arts ook over het stelsel gaan

Kwartiermaker ”Zorgevaluatie en Gepast Gebruik” van het Zorginstituut, professor Repping, heeft zijn eerste gespreksronde met artsen en ziekenhuizen achter de rug. Hij is aangesteld om de stijging van de zorgkosten te beteugelen en kijkt daarbij met name naar de ziekenhuiszorg.

Hoofdredactie
16 April 2019 15:01Gewijzigd op 16 November 2020 15:47
beeld Philip Vanoutrive
beeld Philip Vanoutrive

Daar valt wat te halen, concludeerde de kwartiermaker maandag in de Volkskrant al na zijn eerste rondgang. Hij prikkelde met de boude stelling dat 5 tot 10 procent van alle ziekenhuisingrepen overbodig is, dat wil zeggen: aantoonbaar niet-effectief.

Wat nu? Het is allesbehalve nieuws dat de financiële zelfdisciplinering in de ziekenhuissector in bepaalde opzichten te wensen overlaat. Alweer een jaar of zeven terug ging het onderzoeksbureau voor zorgverzekeraars Vektis na hoe de omzet van ziekenhuizen in verschillende delen van het land tot stand kwam. Hun conclusie luidde dat het door specialisten gevoerde behandelbeleid soms net zo doorslaggevend was als de klachten van de patiënt.

Anders gezegd, waar de ene arts adviseerde om de prostaat-, staar-, of hernia-operatie nog even uit te stellen, besloot de andere specialist om al sneller in te grijpen. In het brede spectrum aan keuzemogelijkheden, van meteen ingrijpen tot het ziektebeloop in de gaten houden in afwachting van een natuurlijk herstel, leek elke arts kortom te doen wat hem of haar het beste leek.

Dat is natuurlijk onwenselijk, zeker wanneer de specialist daarmee ingaat tegen richtlijnen die door zijn eigen beroepsgenoten op papier zijn gezet. Tegelijkertijd dient het beeld te worden vermeden dat de arts de boosdoener, om niet te zeggen: de hoofdschuldige van de kostenstijging is.

Inderdaad, behandelbesluiten worden uiteindelijk genomen in de spreekkamer met de arts, gegeven zijn prestige en zijn voorlichtersfunctie, als belangrijke partij. Dat laat onverlet dat artsen functioneren in een stelsel dat door de politiek is vormgegeven en waarvoor Den Haag dus medeverantwoordelijk is.

Het is dan ook deels een politieke vraag waarom er aan de fusiedrang van veel topklinische ziekenhuizen maar geen eind lijkt te komen. Hoe konden deze instellingen zich in veel regio’s ontwikkelen tot een bijna-monopolist? Soms zelfs in die mate dat veel kleine en efficiënt werkende streekziekenhuizen daardoor dreigen om te vallen of zich genoodzaakt zien drastisch in te krimpen. Of die concentratietendens de doelmatigheid ten goede komt, is zeer de vraag. Komen veel prijsstijgingen niet mede tot stand doordat de (veelal forse) fusiekosten moeten worden terugverdiend?

Die vraag sprak de vorige kabinetten-Rutte niet zo aan. De zorg; dat was immers een markt. Wellicht is het goed die aanname nog eens tegen het licht te houden. Zinvol is het debat over het tegengaan van kostenstijgingen alleen als het zonder taboes kan worden gevoerd.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer