Sudan bereid tot samenwerking met Veiligheidsraad
De regering van Sudan vindt de eisen van de Veiligheidsraad om een einde te maken aan het geweld in Darfur onredelijk, maar zal haar best doen om met de raad samen te werken. Dat heeft de Sudanese minister van buitenlandse zaken Mustafa Osman Ismail donderdag gezegd na een onderhoud met de speciale gezant van de Verenigde Naties, Jan Pronk.
De Veiligheidsraad heeft Sudan op straffe van diplomatieke en economische sancties dertig dagen de tijd gegeven om de Arabische milities aan te pakken die voor het geweld tegen de Afrikaanse bewoners van Darfur verantwoordelijk worden gehouden. Door het geweld van de zogenaamde Janjaweed zijn 30.000 mensen gedood, een miljoen uit hun woonplaatsen verdreven en naar schatting 2,2 miljoen op noodhulp aangewezen.
Pronk, die sinds zondag in Khartoem is, werd het met Ismail eens over de stappen die de regering van Sudan moet nemen om de Janjaweed en andere buiten de wet opererende groepen te ontwapenen en de veiligheid in Darfur te verbeteren. Als het Sudanese kabinet de afspraken overneemt, heeft Pronk volgens woordvoerster Denise Cook goede hoop dat de Veiligheidsraad van verdere stappen afziet.
De Afrikaanse Unie wil een vredesmacht van 1.600 tot 1.800 militairen naar Darfur sturen om de humanitaire hulp te verbeteren en een einde te maken aan aanhoudende schendingen van een bestand dat de Sudanese regering en twee groepen rebellen in april hebben gesloten. Ismail zei dat Sudan met de Afrikaanse Unie wil samenwerken, maar dat er eerst afspraken moeten worden gemaakt over het mandaat van de in Darfur te stationeren vredesmacht.