De Lauwerszee verdween, maar Zoutkamp bleef een vissersdorp
De Zoutkamper vissers verwachtten een ramp toen op 23 mei 1969 de Lauwerszee werd afgesloten. Het viel mee, maar de expositie in het Visserijmuseum over de gevolgen van de afsluiting voor de visserij is toch ”Het verdriet van Zoutkamp” genoemd.
De vissers vonden de afsluiting indertijd dramatisch, zegt directeur Berend Zwart van het Visserijmuseum. „Ze vreesden dat hen hetzelfde zou overkomen als de vissers van Urk en de andere vissersdorpen rond het IJsselmeer toen de komst van de Afsluitdijk het einde betekende van de Zuiderzeevisserij.”
Met foto- en filmmateriaal vertelt de tentoonstelling, die tot eind oktober is te bezichtigen, hoe het leven voor 1969 in Zoutkamp eruit zag en hoe het met het dorp verder ging.
De aanloop naar de afsluiting van de binnenzee zette de verhoudingen tussen Friesland en Groningen op scherp. Zo veel bedenkingen als de Groningers hadden, zo blij waren de Friezen met de plannen. „Vooral boeren zagen de positieve kanten van het verdwijnen van de Lauwerszee voor de waterhuishouding. Ze konden in het nieuwe meer uitstekend overtollig water kwijt.”
Beschuitboycot
In Groningen liepen de gemoederen volgens Zwart zo hoog op dat de Zoutkampers Friese producten als Van der Meulen-beschuit boycotten.
De ondergangsangst in Zoutkamp bleek achteraf ongegrond. Telde de vissersvloot van Zoutkamp voor 1969 ruim dertig schepen, nu zijn het er net zo veel. En de vissers wonen ook nog bijna allemaal in het dorp. Zwart: „Maar de reuring die de visserij in het dorp gaf, was verdwenen. De schepen lossen en liggen nu niet meer in Zoutkamp maar in de haven van Lauwersoog. Ze zijn ook veel groter geworden. Als de Lauwerszee er nog was geweest, zouden ze met deze omvang niet eens meer kunnen lossen in de haven van Zoutkamp.”
Van de grootste schepen, die niet op garnalen vissen, wordt volgens Zwart de vangst veel in Denemarken en Noord-Duitsland gelost.
Lauwersmeer
Behalve dat de werkgelegenheid onder de vissers weinig te lijden had van de afsluiting profiteerde het dorp er economisch zelfs van. „Dankzij de mooie historische kern en ligging bij het Nationaal Park Lauwersmeer is het dorp een toeristische trekpleister geworden.”
Dat de visserij niet ten onder ging, is volgens Zwart te danken aan de durf en het ondernemerschap van de vissers. „Na de afsluiting was door de overheid aan vissers geld beloofd, maar heel veel geld kwam niet terecht bij hen. Veel schepen gingen rond 1969 in de sanering. Die waren te klein om verder de zee op te varen.”
Garnalenindustrie
Er is ook gezocht naar nieuwe vervangende werkgelegenheid in Lauwersoog. Die kwam er ook dankzij een sterk groeiende garnalenindustrie. Zwart: „Maar het vissersbloed kruipt waar het niet gaan kan. Vissers durfden de investering in grotere schepen aan. Nu gaan ook steeds meer jongeren naar de visserij- en scheepvaartschool. Zoutkamp heeft vijftig jaar na dato een jonge vloot met jonge schippers.”