„Mannen, wat deden we woensdag?”
„„Mannen, wat hebben we woensdag gedaan?” Ze bleken op Fortuyn te hebben gestemd, of helemaal niet. Een enkeling maakte het vakje van de SP rood.”
PvdA-leider Melkert verhaalde zaterdag tijdens het politiek forum van zijn partij in Utrecht dat hij donderdagmorgen persoonlijk is afgereisd naar de trainingsvelden bij de Kuip, het voetbalstadion van Feijenoord in Rotterdam. Als de dagelijkse training van de ’voetbalgoden’ begint, is daar altijd een groepje supporters te vinden. Niet de minst ongevaarlijke luitjes. Een enkeling uit het campagneteam ontraadde Melkert zelfs de reis te maken.
Maar de sociaal-democraat sloeg het advies in de wind. Hij wilde persoonlijk uitzoeken waarom de PvdA in de Maasstad ongeveer eenderde van de stemmen is kwijtgeraakt en waarom Fortuyn zoveel furore maakt. De schrik was de PvdA’er om het hart geslagen. De peiling die was gehouden onder de stemmers voor de gemeenteraadsverkiezingen wees uit dat Fortuyn achttien zetels in het parlement zou krijgen als er verkiezingen voor de Tweede Kamer waren gehouden.
De harde kern van de Feijenoord-fans had donderdagmorgen ook een wedervraag aan Melkert en die legde hij zaterdag tijdens het politiek forum van zijn partij -een soort ledenparlement- voor aan zijn partijgenoten: „Hebben jullie je lesje geleerd? Het gaat ons namelijk niet om Fortuyn. Hij brengt de oplossing ook niet. Het wordt misschien met hem nog wel erger. Hebben jullie begrepen dat het ons om de veiligheid gaat? Daar gaat het niet goed mee in onze stad. Jullie zitten te ver van ons vandaan. Onze vrouwen kunnen niet alleen over straat.”
Melkert heeft dit gesprek goed in zijn oren geknoopt en daar zijn conclusies aan verbonden: „De signalen zijn duidelijk. Daar moeten we op onze manier op inspelen. Daarna kun je helder maken dat onze keuzes anders zijn dan die van Fortuyn.”
Op zijn manier put de PvdA’er zelfs moed uit zijn ontmoeting met de Feyenoord-fans. „De mensen hebben zich niet definitief van ons afgekeerd. Het is mogelijk om ze terug te winnen. De veiligheid van buurt en stad gaan hun en ons ter harte. De mensen zijn niet op ons uitgekeken. Nederland wil opnieuw kiezen en daarin speelt de PvdA een hoofdrol. Die kans moeten we pakken.”
Melkert kon zaterdag natuurlijk niet heen om de rol die hij afgelopen woensdag heeft gespeeld tijdens het lijsttrekkersdebat. Daarin hing hij verveeld onderuit en was hij niet van zins de confrontatie met Fortuyn aan te gaan. Dat leverde de PvdA-leider veel kritiek op van zijn campagneteam en uit de achterban.
Daags na het debat bood hij zijn excuses aan. Dat deed hij zaterdag niet opnieuw, maar hij liet tussen de regels door regelmatig blijken dat hij zijn fout betreurde. „Zo, ik ga er weer eens even recht voor staan”, zo begon hij zijn speech.
PvdA-partijvoorzitter Koole, van huis uit een gerenommeerd Leids politicoloog, gebruikte zijn speech ook voor een analyse. „We hebben een gevoelige tik op de vingers gekregen. We moeten aan kritische zelfreflectie doen, want in een democratie heeft de kiezer altijd gelijk.”
Volgens Koole is de PvdA te bevoogdend geweest en is ze te gemakkelijk meegegaan met de neoliberale trend van privatisering. PvdA-bestuurders moeten af van het „beleidsjargon” en weer de taal van de burgers gaan spreken. Bovendien moeten ze de stadhuizen uit en luisteren naar de mensen op straat.
Volgens enkele PvdA’ers uit Amsterdam heeft dat zeker effect. De sociaal-democraten in de hoofdstad hadden er eerst voor gekozen om huis aan huis het PvdA-beleid te gaan vertellen, maar daar kwam veel weerstand tegen. De mensen wilden graag dat er iemand naar hen luisterde. Daarop hebben de PvdA’ers hun strategie gewijzigd. Dat legde hen geen windeieren, want het verlies van de partij in de hoofdstad was gering.
De Haagse PvdA-wethouder mevrouw Kleinsma was blij dat de leefbaren in Den Haag maar vier zetels binnensleepten. Deze mensen hadden min of meer voor de grap de naamlijst Leefbaar Den Haag aangevraagd en voerden zelfs geen campagne. Het zijn mensen die in een psychiatrisch ziekenhuis hebben gezeten of dak- en thuisloos zijn geweest. Kleinsma: „Ze willen veel aandacht voor deze groepen in de samenleving. Als wij het goed doen, behoren wij hen te vertegenwoordigen.” De wethouder kreeg -overigens onbedoeld- de lachers op haar hand toen ze opmerkte: „Deze leefbaren staan dicht bij ons, omdat ze bijna allemaal een psychiatrische achtergrond hebben.”