SER vraagt veel meer geld voor laaggeletterden
De 84 miljoen euro die het kabinet jaarlijks wil uittrekken voor problemen door ongeletterdheid is volgens de Sociaal-Economische Raad (SER) veel te weinig. De SER denkt dat daarvoor het dubbele budget nodig is.
De SER wijst erop dat laaggeletterdheid vaak een oorzaak is van andere problemen zoals schulden, slechte gezondheid, armoede of een slechte woonsituatie. „Mensen willen hun kinderen kunnen voorlezen, online bankieren of gebruikmaken van sociale media. Voor veel laaggeletterden is dat moeilijk. Maar ook voor hun werkgevers (meer dan de helft van de laaggeletterden werkt) is het een probleem”, stelt de SER.
Volgens de SER is voor een effectieve hulp aan de naar schatting 2,5 miljoen laaggeletterden een landelijk beleid nodig dat regionaal wordt uitgevoerd. Daarbij zou het kabinet de regie moeten voeren en veel meer geld beschikbaar moeten stellen dan de 84 miljoen euro die het nu de komende vijf jaar jaarlijks wil vrijmaken.
De SER vindt onder meer dat de kwaliteit van de cursussen moet worden verbeterd en dat er voldoende geld moet komen om zoveel mogelijk laaggeletterde mensen met passende scholing te helpen. Verder stelt de raad dat het UWV en schuldhulpverlening alert moeten zijn op de behoefte aan taalcursussen. „Werkgevers en collega’s op de werkvloer zouden hier ook een veel actievere rol in kunnen krijgen.”
De Stichting Lezen & Schrijven vindt net als de SER dat de overheid voorop moet gaan bij de aanpak van laaggeletterdheid, maar dat ook bedrijven en sociale partners hun verantwoordelijkheid moeten nemen. „Wanneer we mensen helpen met het verbeteren van hun taal- en rekenvaardigheden, vergroten we hun kans op een baan. Ook zijn ze, als ze al in een baan zitten, flexibeler en duurzaam inzetbaar. Mensen worden productiever; ze werken sneller en maken minder fouten.”